Статті в журналах з теми "Algemene overzichten"

Щоб переглянути інші типи публікацій з цієї теми, перейдіть за посиланням: Algemene overzichten.

Оформте джерело за APA, MLA, Chicago, Harvard та іншими стилями

Оберіть тип джерела:

Ознайомтеся з топ-20 статей у журналах для дослідження на тему "Algemene overzichten".

Біля кожної праці в переліку літератури доступна кнопка «Додати до бібліографії». Скористайтеся нею – і ми автоматично оформимо бібліографічне посилання на обрану працю в потрібному вам стилі цитування: APA, MLA, «Гарвард», «Чикаго», «Ванкувер» тощо.

Також ви можете завантажити повний текст наукової публікації у форматі «.pdf» та прочитати онлайн анотацію до роботи, якщо відповідні параметри наявні в метаданих.

Переглядайте статті в журналах для різних дисциплін та оформлюйте правильно вашу бібліографію.

1

Rouhl, Rob, Mariëlle Vlooswijk, and Ellen Nobel. "Epilepsie en taalproblemen." Epilepsie, periodiek voor professionals 16, no. 4 (December 1, 2018): 21–22. http://dx.doi.org/10.54160/epilepsie.11264.

Повний текст джерела
Анотація:
Bij patiënten met epilepsie kan een algemene cognitieve functie zoals de mentale verwerkingssnelheid aangedaan zijn, maar ook selectief één of enkele specifieke cognitieve domeinen. Zo komen er ook problemen met taal en aanverwante functies voor bij volwassenen met epilepsie. Deze taalproblemen kunnen een gevolg zijn van de epilepsie zelf, maar ook van de behandeling met anti-epileptica of het gevolg van epilepsiechirurgie. In deze bijdrage een kort overzicht van taalproblemen bij volwassen patiënten met epilepsie.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
2

Jansen, Justin J. P. "effect van extern gegeven feedback op prestatie en emotionele beleving van de individuele werknemer." Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 85, no. 3 (March 1, 2011): 124–31. http://dx.doi.org/10.5117/mab.85.15763.

Повний текст джерела
Анотація:
Bij personeelsbeoordeling geeft in het algemeen de directe manager feedback aan een individuele medewerker over diens werk. Onderzoek wijst uit dat feedback niet altijd positieve gevolgen heeft voor werkprestatie en werkbeleving. er wordt een overzicht gegeven van onder welke condities feedback werkt, bijvoorbeeld hoe er wordt omgegaan met fouten. Zo blijkt erg specifieke feedback niet bevorderlijk voor leren en blijken managers in het algemeen minder last te hebben van beoordelaarsfouten. Iedere feedbackgever blijkt op een eigen, onder andere met de werkpositie samenhangende wijze te beoordelen. Vandaar dat steeds vaker gewerkt wordt met meerdere beoordelaars; dit is zelfs de kern van de multi-rater feedbackmethode. Tot besluit worden daarom verschillende beoordelingsmethoden (reguliere beoordeling, multi-rater feedback, assessment center) systematisch met elkaar vergeleken.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
3

Van Den Bosch, Frans A. J., P. W. L. Vlaar, and Henk Volberda. "Interorganisatorische beheersingsstrategieën." Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 79, no. 9 (September 1, 2005): 400–408. http://dx.doi.org/10.5117/mab.79.21827.

Повний текст джерела
Анотація:
Partners in interorganisatorische samenwerkingsverbanden maken gebruik van diverse beheersingsstrategieën om coördinatie en controle mogelijk te maken. In dit artikel staat de opkomst van standaardcontracten centraal en wordt een overzicht gegeven van de voordelen en nadelen van dit type contracten. Voordelen van standaardcontracten zijn dat ze snel kunnen worden geëffectueerd en als legitiem worden ervaren. Daarnaast zijn deze contracten relatief robuust en eenvoudig te interpreteren. Echter, dergelijke contracten zijn veelal nogal algemeen en dragen nauwelijks bij aan de creatie van wederzijds begrip en afstemming van verwachtingen. Er worden drie maatregelen besproken die de negatieve effecten van contractstandaardisatie kunnen wegnemen.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
4

Kwekkeboom, Rick. "<p class="MsoNormal" style="margin-bottom: 0cm; line-height: normal; mso-layout-grid-align: none; text-autospace: none;"><strong><span style="font-size: 10.5pt; font-family: 'Noto Sans', sans-serif; color: black; background-image: initial; background-position: initial; background-size: initial; background-repeat: initial; background-attachment: initial; background-origin: initial; background-clip: initial; font-weight: normal;">SOCIAAL DOMEIN OP KOERS?</span></strong></p>." Journal of Social Intervention: Theory and Practice 32, `1 (February 16, 2023): 28–33. http://dx.doi.org/10.54431/jsi.755.

Повний текст джерела
Анотація:
Dat het Sociaal en Cultureel Planbureau kritisch maar niet afwijzend staat tegenover de diverse beleidsveranderingen die het laatste decennium in het sociale en zorgdomein in Nederland zijn doorgevoerd is, denk ik, wel algemeen bekend. Deze kritische maar niet afwijzende houding is goed merkbaar in het in 2021 uitgebrachte overzicht Sociaal domein op koers? Verwachtingen en resultaten van vijf jaar decentraal beleid. De SCP-onderzoekers Kromhout, Van Echtelt en Feijten baseren hun beschrijving en conclusies op onderzoek onder enerzijds lokale beleidsverantwoordelijken en anderzijds burgers, voornamelijk gebruikers van voorzieningen. De professionals in wijk en buurt komen niet aan het woord.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
5

Groot, T. L. C. M. "De Balanced Scorecard in bedrijf." Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 77, no. 3 (March 1, 2003): 82–90. http://dx.doi.org/10.5117/mab.77.15702.

Повний текст джерела
Анотація:
De Balanced Scorecard (BSC) is het gesprek van de dag onder controllers. De acceptatiegraad van deze methode in de praktijk ligt duidelijk hoger dan die van bijvoorbeeld Activity-Based Costing. Dit artikel poogt een overzicht te geven van recent onderzoek naar de invoering en het gebruik van de BSC. Daaruit blijkt dat er veel onvermoede problemen bestaan: voor verschillende onderdelen in de organisatie zullen aangepaste BSC’s moeten worden gemaakt. Daarnaast kunnen de relaties tussen niet-&#64257;nanciële en &#64257;nanciële indicatoren buitengewoon complex zijn. Ten slotte hebben managers in het algemeen moeite om bij hun plannings- en beheersingsbeslissingen goed rekening te houden met de verschillende dimensies van de BSC.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
6

Hellebuyck, T., A. Van Caelenberg, G. Antonissen, R. Haesendonck, and A. Martel. "Aviair bornavirus en kliermaagdilatatiesyndroom bij psittaciformen." Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift 84, no. 5 (October 30, 2015): 281–88. http://dx.doi.org/10.21825/vdt.v84i5.16591.

Повний текст джерела
Анотація:
Aviair bornavirus (ABV) is het primaire etiologische agens dat het kliermaagdilatatiesyndroom (KDS) veroorzaakt bij psittaciformen. In tegenstelling tot wat oorspronkelijk over KDS verondersteld werd, blijkt ABV-infectie algemeen voor te komen bij psittaciformen en niet steeds aanleiding te geven tot klinische ziekte. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de huidige kennis van ABV. De diagnose, behandeling en het onder controle houden van KDS bij psittaciformen worden beschreven. Het stellen van een ante-mortemdiagnose van ABV als oorzaak van KDS vormt een uitdaging. Voornamelijk het correleren van de ABV-status aan het waargenomen klinische beeld is niet steeds vanzelfsprekend. De nood aan betere diagnostische methoden met een hoge sensitiviteit en specificiteit om ABV-infectie te detecteren, dringt zich dan ook op.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
7

Vandemaele, S. N., and P. G. M. C. Vergauwen. "Accounting in de ‘nieuwe economie’." Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 75, no. 4 (April 1, 2001): 124–33. http://dx.doi.org/10.5117/mab.75.16272.

Повний текст джерела
Анотація:
Voor bedrijven uit de ‘nieuwe economie’ geldt veelal dat de marktwaarde van het eigen vermogen de boekwaarde ervan in belangrijke mate overstijgt. Het overgrote deel van de waarde van het bedrijf verschijnt dus niet op de balans, met als gevolg dat de externe verslaggeving steeds minder relevante informatie aanbiedt voor de prestatiemeting en waardebepaling van het bedrijf. Wil de verslaggeving de verloren relevantie herwinnen, dan zal een bredere en vooral meer volledige rapportering over investeringen in en creatie van niet-tastbare activa gestimuleerd of zelfs verplicht moeten worden. Enkele manieren of technieken om dit te realiseren liggen reeds ter tafel, maar, hoewel noodzakelijk, bestaat er nog geen consensus over algemeen aanvaardbare praktijken. Dit artikel legt de pijnpunten bloot van de huidige (regelgeving omtrent) financiële verslaggeving en geeft een overzicht van actuele inzichten om te komen tot een meer relevante verslaggeving.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
8

De Jong, Gjalt, and Niels Kleijn. "Strategische en economische grondslagen van internationale joint ventures." Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 83, no. 12 (December 1, 2009): 392–404. http://dx.doi.org/10.5117/mab.83.13869.

Повний текст джерела
Анотація:
Voor de realisatie van internationale ambities zijn joint ventures vrijwel onontbeerlijk. Ze bieden veel mogelijkheden voor organische groei – bijvoorbeeld omdat nieuwe kennis en markten beschikbaar komen – maar kennen door hun specifieke organisatievorm ook afbreukrisico’s. Dit artikel biedt twee verschillende perspectieven op internationale joint ventures (IJV’s). Ten eerste analyseren wij de prestaties van IJV’s in het algemeen. De prestaties van IJV’s kunnen op verschillende manieren beoordeeld worden. Op basis van de alliantieliteratuur geven we een overzicht naar dimensies, maatstaven en determinanten. Ten tweede brengen wij voor de periode van 1985 tot en met 2006 de Nederlandse praktijk van IJV’s in kaart. Hiervoor gebruiken wij een relatief uniek databestand op basis waarvan we start, zeggenschap en einde van veel Nederlandse IJV’s kunnen beschrijven. Ten slotte presenteren we een aantal proposities die een leidraad voor verder onderzoek naar het succes en falen van (Nederlandse) IJV’s kunnen vormen.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
9

Lanckneus, A., A. Martel, L. Bosseler, and T. Hellebuyck. "Chromatoforoma’s bij reptielen." Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift 86, no. 1 (February 28, 2017): 5–15. http://dx.doi.org/10.21825/vdt.v86i1.16298.

Повний текст джерела
Анотація:
Neoplasieën van de pigmentcellen of chromatoforen bij reptielen worden naargelang hun oorsprong geclassificeerd als melanoforoma’s, iridoforoma’s, xantoforoma’s, erytroforoma’s of gemengde chromatoforoma’s. In tegenstelling tot wat oorspronkelijk verondersteld werd, komen deze primaire, cutane neoplasieën regelmatig voor bij in gevangenschap gehouden reptielen. Melanoforoma’s en iridoforoma’s worden het meest frequent vastgesteld. Een definitieve diagnose van chromatoforoma’s wordt bekomen door middel van histologisch onderzoek. Aanvullend is immunohistochemie of elektronenmicroscopie soms noodzakelijk om chromatoforoma’s onderling te differentiëren. Complete chirurgische excisie wordt beschouwd als de voorkeursbehandeling. Vanwege de uitgesproken maligniteit en neiging tot metastasering is de prognose van chromatoforoma’s bij reptielen over het algemeen echter sterk gereserveerd. Een vroegtijdige en correcte diagnose van deze neoplastische aandoening bij reptielen is daarom van primordiaal belang. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de huidige kennis omtrent het voorkomen, het biologisch gedrag, de pathogenese en de diagnostische en therapeutische benadering van chromatoforoma’s bij reptielen met de nadruk op melano- en iridoforoma’s.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
10

Bouckaert, J. "Volksdiergeneeskunde samengebracht en verklaard door dierenarts Jaak Wouters (1966)." Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift 83, no. 3 (June 27, 2014): 145–48. http://dx.doi.org/10.21825/vdt.v83i3.16654.

Повний текст джерела
Анотація:
Er wordt een overzicht gegeven van de volksdiergeneeskunde aan de hand van een boekje over dit onderwerp door J. Wouters, in eigen beheer gepubliceerd in 1966 in Wetteren, waar de auteur werkzaam was als practicus. Het bevat een rijke schat aan gegevens over de manieren waarop onze voorouders dierenziekten probeerden te behandelen of te voorkomen. Het gaat daarbij om elementen uit het christelijk geloof, gemengd met volksgeloof, heidense rituelen en overlevering. De talrijke natuurlijke behandelingen met planten gaan eveneens terug op heel oude kennis, onder andere te vinden in het bekende werk van de plantkundige Dodoens. De inhoud omvat tal van unieke gegevens door de auteur zelf verzameld in zijn praktijk en door zijn kennissenkring. Het werk is echter niet altijd logisch geordend en bevat dikwijls herhalingen bedoeld om de nadruk te leggen. De auteur volgt ook niet altijd de vooropgestelde indeling van de behandelde onderwerpen. Maar al bij al is het de moeite waard als een te bewaren en te raadplegen tijdsdocument. Dit eerste deel bevat een korte ontleding van de inhoud en behandelt vooral de algemene grondslagen van de volksdiergeneeskunde zoals die door Wouters naar voor gebracht worden. In een tweede deel worden de aandoeningen per diersoort nader bekeken.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
11

Barbaix, R., and D. Leire. "Belgium’s inheritance law reform of 2017 and 2018." Tydskrif vir die Suid-Afrikaanse Reg 2022, no. 3 (2022): 421–37. http://dx.doi.org/10.47348/tsar/2022/i3a1.

Повний текст джерела
Анотація:
Het Belgische erfrecht is door de Erfwet 2017 en de Wet Huwelijksvermogensrecht 2018 voor het eerst in twee eeuwen grondig aangepakt. Een alomvattende hervorming moest het erfrecht terug in overeenstemming brengen met de maatschappelijke realiteit. De gehele hervorming wordt in dit artikel systematisch besproken, met focus op de verschillende hedendaagse tendensen die aan de basis liggen ervan. Ten eerste is er de toename van het aantal nieuw samengestelde gezinnen, waardoor de wetgever onder andere voor inbreng en inkorting door de langstlevende echtgenote het huwelijk voortaan als startpunt neemt en een nieuwe omzettingsmodaliteit voor het erfrechtelijk vruchtgebruik van de langstlevende echtgenote heeft ingevoerd. Ten tweede is er de toenemende nood aan mechanismen om vermogen van grootouders naar kinderen te laten overgaan (de zogenaamde “generatiesprong”). De wetgever heeft in drie nieuwe mechanismen voorzien om dit te bewerkstelligen: de inbreng ten behoeve van een derde, de globale erfovereenkomst en in het algemeen een vergroting van het beschikbaar deel. Ten derde blijkt er vanuit de bevolking in het algemeen de vraag naar een vergroting van de beschikkingsvrijheid. Om dat te bewerkstelligen, werd de reserve van de ascendenten afgeschaft, de reserve van de afstammelingen vastgesteld op de helft van de nalatenschap onafhankelijk van het aantal afstammelingen en het verbod op erfovereenkomsten versoepeld. Ten slotte is er steeds meer focus op het kerngezin (bestaande uit de erflater, zijn echtgenote en de kinderen) in de plaats van op verdere bloedverwanten. Om die reden werd onder andere het intestaat erfrecht van de langstlevende echtgenote bij samenloop met verre bloedverwanten uitgebreid. Het artikel biedt een overzicht van alle wijzigingen in vijf verschillende delen: (1) de regels over de inkorting, (2) de regels over de inbreng, (3) de regels over de verdeling van de nalatenschap, (4) de regels over de erfovereenkomsten en (5) de regels met betrekking tot de erfrechtelijke positie van de langstlevende echtgenote. De wijzigingen worden waar nodig kritisch onderzocht en ruimer gekaderd in het Belgische erfrecht.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
12

Baal, J., B. Norren, Pierre Brocheux, Andrew Turton, I. H. Enklaar, J. Verkuyl, J. Goor, et al. "Book Reviews." Bijdragen tot de taal-, land- en volkenkunde / Journal of the Humanities and Social Sciences of Southeast Asia 141, no. 4 (1985): 486–502. http://dx.doi.org/10.1163/22134379-90003378.

Повний текст джерела
Анотація:
- J. van Baal, B. van Norren, Socio-culturele structuur en innovatie: een structuur-vergelijkend onderzoek naar adoptie van family-planning in de periode 1969-1973 door Sundanese echtparen in twee rurale gemeenschappen op West-Java. Dissertatie Landbouwhogeschool Wageningen, 1985. 533 pp. - Pierre Brocheux, Andrew Turton, History and peasant consciousness in South East Asia, Senri Ethnological studies no. 13, National Museum of Ethnology, Osaka. 1984, 420 pp., Shigeharu Tanabe (eds.) - I.H. Enklaar, J. Verkuyl, Gedenken en verwachten, mémoires, Kampen: J.H. Kok, 1983, 348 pp. - J. van Goor, D.J. Roorda, Overzicht van de Nieuwe Geschiedenis; De algemene geschiedenis van het einde der middeleeuwen tot 1870 (Groningen 1983); dez. Nieuwe Geschiedenis in teksten; Werkboek (Groningen 1984). - R. Hagesteijn, H.D. Kubitscheck, Südost Asien: Völker und Kulturen, Berlin: Akademie-Verlag, 1984. - C.H. van Nieuwenhuijsen-Riedeman, Florence Weiss, Kinder schildern ihren Alltag. Die stellung des kindes om ökonomischen System einer Dorfgemeinschaft in Papua New Guinea (Palimbei, Iatmul, Mittelsepik). [Children narrate their daily life. The child’s role in the economic system of a village community in Papua New Guinea (Palimbei, Iatmul, Middle Sepik) ],Basler Beiträge zur Ethnologie band 21, Basel: Ethnologisches Seminar der Universität und Museum für Völkerkunde, 1981. - Harry A. Poeze, Joop Morriën, `Aroen’; Jan Stam, rebel in Indonesië en Nederland, Amsterdam: Pegasus, 1984, 159 pp. - P.H. Pott, Jeanne de Loos-Haaxman, De Franse Schilder Ernest Hardouin in Batavia, Leiden: Brill, 1982, 51 pp., ills. - Harry A. Poeze, Uit het archief van Arthur Lehning, Amsterdam: Van Gennep 1984. - W.G.J. Remmelink, P.B.R. Carey, Babad Dipanagara; An account of the outbreak of the Java War (1825-1830), The Malaysian branch of the Royal Asiatic Society - Monograph No. 9, Kuala Lumpur, 1981, LXXIII + 343 pp., 2 maps, 6 illustrations.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
13

Maarsen, N. J. "H.M. Beliën, Een geschiedenis van Europa 1500-1815. Historisch overzichtD.J. Roorda, Overzicht van de nieuwe geschiedenis. De algemene geschiedenis vanaf het einde der Middeleeuwen tot 1870." BMGN - Low Countries Historical Review 100, no. 2 (January 1, 1985): 274. http://dx.doi.org/10.18352/bmgn-lchr.2593.

Повний текст джерела
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
14

Schoonenboom, Judith. "Het analyseren van kwalitatieve data: een overzicht van kwalitatieve en kwantitatieve methoden." KWALON 16, no. 1 (March 1, 2011). http://dx.doi.org/10.5117/2011.016.001.060.

Повний текст джерела
Анотація:
Inleidingen in het verrichten van kwalitatief onderzoek en data-analyse zijn er in alle soorten en maten. Er zijn inleidingen die algemene principes behandelen, zoals Maxwell (2005). Er zijn inleidingen die een specifieke stroming behandelen, zoals Charmaz (2006) over gefundeerde theorie of Yin (2009) over de gevalstudie. Een laatste categorie besteedt aandacht aan zowel algemene principes als verschillende perspectieven of stromingen (Creswell, 2007; Flick, 2006).Analyzing qualitative data lijkt op die laatste categorie. Het eerste deel, The basics, bevat een overzicht van algemene technieken voor het analyseren van kwalitatieve data, waaronder dataverzameling, het zoeken naar thema’s, het maken van codeboeken, het coderen van data, data-analyse en het opstellen van conceptuele modellen. Het tweede deel, The specifics, behandelt diverse analysemethoden voor kwalitatieve data: culturele-domeinanalyse, KWIC-analyse, woorden tellen en semantische netwerkanalyse, discourse-analyse, narratieve analyse, gefundeerde theorie, inhoudsanalyse, schema-analyse, analytische inductie en kwalitatieve comparatieve analyse, en etnografische beslismodellen. Het tweede deel bevat ook nog twee hoofdstukken over het begin van de analyse en over steekproeftrekking, die echter beter gepast hadden in het eerste deel. Zoals het een goede inleiding betaamt, is Analyzing qualitative data heel praktisch: er wordt duidelijk uitgelegd hoe men de verschillende methoden kan toepassen, en er worden veel aansprekende voorbeelden gegeven. Heel handig zijn ook de genoemde termen en uitdrukkingen voor het verder zoeken naar literatuur.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
15

Oomen, Robert J. A., Paul J. M. Kil, and Michael R. van Balken. "Urologische zorg in het tuchtrecht; een overzicht van 10 jaar." Tijdschrift voor Urologie, December 22, 2022. http://dx.doi.org/10.1007/s13629-022-00376-9.

Повний текст джерела
Анотація:
SamenvattingHet is van belang een overzicht te hebben van de tuchtklachten om deze te voorkomen. In online database van tuchtuitspraken werden daarom alle uitspraken betreffende urologische zorg van 2010 tot en met 2019 opgezocht. Per uitspraak werden statistieken bijgehouden. Het blijkt dat bij ongeveer 25 % van de uitspraken een maatregel werd opgelegd, waarvan een waarschuwing het meest voorkwam (64 %). Drie onderwerpen waren meer vertegenwoordigd dan andere: torsio testis, het missen van een maligniteit en schade van een ingreep. Het aantal opgelegde maatregelen bij urologische klachten is hoger dan algemene getallen. Urologen worden verhoudingsgewijs vaker aangeklaagd, net als veel andere snijdende specialisten. Er is één casus in de afgelopen 10 jaar waarbij grensoverschrijdend gedrag een rol speelde. Veel uitspraken betreffen acute en oncologische zorg, met name het missen of te laat stellen van een diagnose. Een maatregel wordt vaak opgelegd bij het ongemotiveerd niet volgen van geldende richtlijnen of de adviezen vanuit multidisciplinair overleg.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
16

Timmermans, J., J. Lannoo, and A. Van Soom. "Brucella canis: een opkomende ziekte in Vlaanderen of reeds endemisch?" Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift 93, no. 2 (April 30, 2024). http://dx.doi.org/10.21825/vdt.90404.

Повний текст джерела
Анотація:
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van Brucella canis, de prevalentie ervan en hoe groot het risico is voor hondenfokkers, hondeneigenaren en dierenartsen in Vlaanderen. De laatste tijd nemen meldingen van het voorkomen van B. canis op het vasteland van Europa alsmaar toe. Bij honden veroorzaakt deze bacterie voornamelijk voortplantingsstoornissen, maar ook discospondylitis en oogaandoeningen kunnen voorkomen. Verder kunnen ook lymfadenitis en symptomen van algemeen ziek zijn aanwezig zijn. Andere symptomen zijn eerder zeldzaam. Hondenpopulaties die risico lopen zijn fokdieren, straathonden en honden geïmporteerd uit endemische gebieden (de Verenigde Staten, Centraal- en Zuid-Amerika en Azië) en honden die worden geïmporteerd uit risicogebieden, zoals het Middellandse Zeegebied en Oost-Europa. Serologie is het belangrijkste diagnostisch middel en de diagnose dient gesteld te worden door een erkend labo (Sciensano). Dit labo is er ook toe verplicht om positieve gevallen te melden aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Er wordt geadviseerd om een dier dat positief test, te euthanaseren, aangezien de behandeling over het algemeen niet succesvol is. Bovendien veroorzaakt B. canis niet alleen ziekte bij de hond maar betreft het hier een zoönose.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
17

Max, Ludo, and Ayoub Daliri. "Een selectief overzicht van sensorische integratieproblemen van spraak en niet-spraak bij individuen die stotteren." Stem-, Spraak- en Taalpathologie 24 (December 4, 2018). http://dx.doi.org/10.21827/5c066bfa3711e.

Повний текст джерела
Анотація:
Het begrijpen van de neurale mechanismen die ten grondslag liggen aan stotteren wordt algemeen erkend als fundamenteel voor geïnformeerde diagnose en behandeling. We geloven dat inspanningen om een dergelijk begrip te verkrijgen aanzienlijk baat kunnen hebben bij een aanpak waarbij specifieke hypotheses zijn afgeleid van een theoretisch kader dat consistent is met empirisch geijkte modellen van sensorimotorische controle en neuraal functioneren. Hier bespreken we selectief eerder en recent stotteronderzoek van zowel andere laboratoria als ons eigen laboratorium omtrent huidige theoretische inzichten in de neurale controle van beweging. Hoewel geenszins een uitgebreide literatuurstudie, bespreekt dit werk studies die aantonen dat (a) de vloeiende spraak en reactietijden van volwassenen die stotteren over het algemeen langzamer zijn dan die van volwassenen die niet stotteren, maar zulke verschillen zouden strategieën kunnen reflecteren om te compenseren voor meer fundamentele sensorimotorische problemen, (b) sensorimotorische problemen bij stotterende individuen zijn niet beperkt tot het spraakproductiesysteem maar strekken zich uit over effector-systemen, (c) ingevolge zijn zowel spraak- en niet-spraak sensorimotorisch leren gelimiteerd in individuen die stotteren, en (d) fundamentele stoornissen in sensorimotorische integratie een hoofdonderdeel kunnen zijn in al deze observaties, gezien het feit dat individuen die stotteren een atypische modulatie van sensorische verwerking laten zien zelfs voorafgaand aan bewegingsaanvang.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
18

Weidenaar, Alida C., Barbara M. A. Schout, and Afina S. Glas. "Interstitiële cystitis, voorbij BPS/IC. Etiologie, epidemiologie en klinische presentatie. Een overzicht vanuit praktijk en literatuur." Tijdschrift voor Urologie, February 14, 2023. http://dx.doi.org/10.1007/s13629-023-00382-5.

Повний текст джерела
Анотація:
SamenvattingInterstitiële cystitis (IC) is een inflammatoire aandoening van de blaas, gekenmerkt door de zogenaamde Hunnerse laesies die worden gezien bij cystoscopie, en een typisch histopathologisch beeld. De symptomen zijn meestal heftig, vooral pijn in de blaasstreek bij vullen van de blaas en vaak moeten plassen. Er is geen genezende behandeling. Ablatie van de laesies vermindert meestal tijdelijk de klachten. IC kan leiden tot een verminderde blaascapaciteit met uiteindelijk een afvloedbelemmering van de nieren. Jarenlang werd het ziektebeeld onder het blaas(bekken)pijnsyndroom (BPS) geschaard vanwege de overeenkomstige symptomen, zoals pijn bij vullen van de blaas en vaak plassen. De laatste jaren is duidelijk geworden dat IC een aparte ziekte-entiteit is. De oorzaak van IC is nog onbekend, maar algemeen aangenomen wordt dat IC berust op een stoornis in het immuunsysteem.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
19

B. de Jong, Simon. "(A)symmetrieën in – en op – het werkDit artikel is gebaseerd op de oratie van Simon de Jong, uitgesproken op 29 juni 2018 ter acceptatie van het hoogleraarschap Organizational Behavior & HRM aan de Universiteit Maastricht." Gedrag & Organisatie 32, no. 2 (June 1, 2019). http://dx.doi.org/10.5117/2019.032.002.003.

Повний текст джерела
Анотація:
Traditioneel gezien heeft veel onderzoek op het gebied van organisatiegedrag, management en personeelsbeleid als impliciete assumptie dat er sprake is van een zekere symmetrie in de onderzochte relaties en fenomenen. Deze assumptie is niet verwonderlijk, aangezien symmetrie (en balans, harmonie e.d.) ook centraal staat in andere wetenschappen. In deze bewerking van mijn oratie stel ik dat het wenselijk is om vaker stil te staan bij dit soort impliciete assumpties tijdens onze wetenschappelijke onderzoeken en praktijkinterventies. Om dat belang te illustreren geef ik een overzicht van recent onderzoek naar asymmetrieën in taakafhankelijkheid, waaruit duidelijk wordt dat het negeren van deze asymmetrieën belangrijke machtsdynamieken over het hoofd ziet. Naast het bespreken van dit soort specifieke 'horizontale' (a)symmetrieën laat ik ook meer algemene 'verticale' asymmetrieën aan bod komen door onderzoek op het gebied van leiderschap en 'HR-practices' te beschrijven. Toekomstig onderzoek kan horizontale en verticale (a)symmetrieën verder onderzoeken in de aparte theoretische velden en/of proberen de velden te 'kruisbestuiven' door de (a)symmetrieën van één veld in het andere veld te onderzoeken. Daarnaast kunnen er tijds(a)symmetrieën onderzocht worden, bijvoorbeeld door meer longitudinaal onderzoek te verrichten. De implicaties voor wetenschap en praktijk (en hun onderlinge samenhang) worden besproken aan het einde van het artikel.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
20

"Naar een open samenleving? Recente ontwikkelingen in sociale stijging en daling in Nederland." Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 27, no. 1 (March 1, 2011). http://dx.doi.org/10.5117/2011.027.001.118.

Повний текст джерела
Анотація:
In 1995 verscheen onder redactie van Jaap Dronkers en Wout Ultee de bundel Verschuivende ongelijkheid in Nederland die een staalkaart bood van de stand van het Nederlandse onderzoek op het gebied van ongelijkheid en sociale mobiliteit. Sindsdien lijkt het onderzoek naar sociale mobiliteit wat naar de achtergrond verdrongen. Dat is merkwaardig, want zowel in de populaire media als in wetenschappelijke literatuur wordt steeds vaker gesuggereerd dat zich een trendbreuk aftekent in de sociale mobiliteit. Waar vijftien jaar geleden de algemene opvatting was dat de samenleving steeds ‘opener’ wordt en veel kinderen in sociaal opzicht (bijv. beroepsstatus) stijgen ten opzichte van hun ouders, heerst er nu een pessimistischer stemming. De kans op sociale stijging lijkt af te nemen, terwijl de kans op sociale daling groeit en de samenleving zou zich voor bepaalde groepen (allochtonen, lagere opleidingen) juist weer steeds meer sluiten. In dit licht is het een prijzenswaardig initiatief van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) om een project over sociale stijging en daling te starten en twee sociologen van de Radboud Universiteit Nijmegen, Jochem Tolsma en Maarten Wolbers, de opdracht te geven de stand van zaken op dit terrein in kaart te brengen. Het resultaat is een compact en lezenswaardig boekje met de uitkomsten van analyses van de Familie-enquête Nederlandse Bevolking (FNB). Dit survey is in de periode 1992-2009 vijf maal gehouden en biedt niet alleen mogelijkheden om de ontwikkelingen in deze periode in kaart te brengen, maar bevat ook veel gegevens die een vergelijking tussen ouders en kinderen mogelijk maken. Daardoor biedt het uiterst interessant materiaal voor het onderzoeken van zowel intragenerationele als intergenerationele mobiliteit. Het klassieke sociale mobiliteitsonderzoek richt zich vooral op onderwijsdeelname en beroepsstatus. Deze twee terreinen krijgen dan ook ruime aandacht in Naar een open samenleving?, maar daarnaast worden ook de ongelijkheid en sociale mobiliteit op de terreinen culturele participatie, wonen en gezondheid geanalyseerd. Het boek biedt daarmee een breed overzicht van de stand van zaken en trends ten aanzien van sociale mobiliteit. Voor collega-onderzoekers is het boek helaas wat summier in de beschrijving van onderzoeksmethode en operationalisering van variabelen. Hopelijk wordt dit later ondervangen in meer technische papers voor vakgenoten.Wat de uitkomsten van het onderzoek betreft, valt op dat zich niet op alle terreinen vergelijkbare trends voordoen. Daardoor is in algemene zin niet goed te zeggen of de Nederlandse samenleving nog steeds meer open wordt en of sociale daling een meer algemeen verschijnsel wordt.In het onderwijs is, als we opeenvolgende geboortecohorten vergelijken, nog steeds sprake van stijging, vooral bij de vrouwen. Het opleidingsniveau van de ouders blijkt voor de onderwijsprestaties van jongens geleidelijk aan belang in te boeten, maar bij meisjes onverminderd van groot belang te zijn. Als gevolg hiervan komt het bij jongens steeds vaker voor dat zij een lager opleidingsniveau bereiken dan hun ouders, terwijl dit bij meisjes juist minder vaak voorkomt. Overigens behaalt toch nog altijd de helft van de jongens uit de jongste generatie (geboren tussen 1970 en 1984) een hoger opleidingsniveau dan hun ouders.Op het gebied van arbeid blijkt de sociale mobiliteit echter te stagneren: de beroepsstatus van de jongste generaties mannen en vrouwen (in dit geval geboren tussen 1960 en 1969) is lager dan die van oudere generaties. Hierbij gaan de auteurs mijns inziens te snel voorbij aan de mogelijkheid dat deze jongste generatie in de resterende jaren op de arbeidsmarkt nog in status zou kunnen stijgen. Evenmin staan zij stil bij het feit dat de arbeidsparticipatie, vooral van vrouwen, in jongere cohorten aanzienlijk hoger is. Ook als een kleiner percentage van de werkenden in een beroep met een hoge status terechtkomt, zou dit toch een groter percentage van het totale cohort (inclusief niet-werkenden) kunnen zijn. Een haast onvermijdelijke consequentie van de stijging van het opleidingsniveau in combinatie met een daling van de beroepsstatus is dat een hogere opleiding steeds minder garantie biedt voor een hoge beroepsstatus: er treedt diploma-inflatie op. Toch is het opleidingsniveau wel de belangrijkste determinant van de beroepsstatus, aanzienlijk belangrijker dan het beroep van de vader.Op het gebied van culturele participatie kunnen de auteurs helaas geen inzicht bieden in verschillen tussen generaties. Wel laten zij zien dat in de afgelopen tien jaar de verschillen tussen hoger en lager opgeleiden iets kleiner zijn geworden. Ten aanzien van de woonsituatie nemen de verschillen tussen hoog- en laagopgeleiden juist toe, zij het dat dit uitsluitend wordt afgemeten aan het aantal kamers en het bezitten dan wel huren van een woning. Tot slot nemen de verschillen tussen hoog- en laagopgeleiden in overgewicht af, doordat ook bij hoogopgeleiden steeds vaker (in 40 procent van de gevallen) sprake is van overgewicht.Het zal niet verbazen dat er een vrij sterke samenhang bestaat tussen de positie die mensen op verschillende maatschappelijke ‘ladders’ – opleiding, beroep, culturele participatie, woonsituatie en overgewicht – innemen. Het opleidingsniveau lijkt hierbij de belangrijkste determinant, maar de samenhang met beroepsstatus, culturele participatie en overgewicht is in de periode 1992-2009 wel minder sterk geworden. Dit betekent dat wie achterblijft in opleidingsniveau tegenwoordig iets minder dan in het verleden het risico loopt om ook op andere terreinen achterop te raken. Toch stellen de auteurs vast dat de groep die zich op alle ladders op de onderste sporten bevindt, groter is geworden.Het is niet voor niets dat de titel Naar een open samenleving? met een vraagteken eindigt. De vraag is namelijk ook na lezing van het boekje niet zonder meer bevestigend of ontkennend te beantwoorden. Dit vraagt natuurlijk om nader onderzoek om de uitkomsten beter te kunnen duiden. Hopelijk zullen de auteurs ons de komende jaren nog verder uitgewerkte en beter onderbouwde analyses kunnen bieden.
Стилі APA, Harvard, Vancouver, ISO та ін.
Ми пропонуємо знижки на всі преміум-плани для авторів, чиї праці увійшли до тематичних добірок літератури. Зв'яжіться з нами, щоб отримати унікальний промокод!

До бібліографії