Kliknij ten link, aby zobaczyć inne rodzaje publikacji na ten temat: Christelik Philosophy.

Artykuły w czasopismach na temat „Christelik Philosophy”

Utwórz poprawne odniesienie w stylach APA, MLA, Chicago, Harvard i wielu innych

Wybierz rodzaj źródła:

Sprawdź 50 najlepszych artykułów w czasopismach naukowych na temat „Christelik Philosophy”.

Przycisk „Dodaj do bibliografii” jest dostępny obok każdej pracy w bibliografii. Użyj go – a my automatycznie utworzymy odniesienie bibliograficzne do wybranej pracy w stylu cytowania, którego potrzebujesz: APA, MLA, Harvard, Chicago, Vancouver itp.

Możesz również pobrać pełny tekst publikacji naukowej w formacie „.pdf” i przeczytać adnotację do pracy online, jeśli odpowiednie parametry są dostępne w metadanych.

Przeglądaj artykuły w czasopismach z różnych dziedzin i twórz odpowiednie bibliografie.

1

Troost, A. "Christelijke Theologie in De Boeien Van Niet-Christelijke Filosofie". Philosophia Reformata 62, nr 2 (17.12.1997): 192–95. http://dx.doi.org/10.1163/22116117-90000132.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
2

van Haeften, Chris. "The Dilemma for Christian Philosophical Thought and the Critical Character of the Philosophy of the Cosmonomic Idea". Philosophia Reformata 83, nr 2 (14.11.2018): 265–66. http://dx.doi.org/10.1163/23528230-08302007.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
Introduction to the translation of “Het dilemma voor het christelijk wijsgeerig denken en het critisch karakter van de wijsbegeerte der wetsidee” by Herman Dooyeweerd (1936), Philosophia Reformata 1 (1), pp. 3–16. See doi 10.1163/23528230-08302008.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
3

Dooyeweerd, Herman. "The Dilemma for Christian Philosophical Thought and the Critical Character of the Philosophy of the Cosmonomic Idea". Philosophia Reformata 83, nr 2 (14.11.2018): 267–78. http://dx.doi.org/10.1163/23528230-08302008.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
Translation of “Het dilemma voor het christelijk wijsgeerig denken en het critisch karakter van de wijsbegeerte der wetsidee” by Herman Dooyeweerd (1936), Philosophia Reformata 1 (1), pp. 3–16. For the Introduction to this translation, see doi 10.1163/23528230-08302007.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
4

DRAULANS, Veerle. "De betekenis van 'christelijk' in het moderne middenveld". Ethische Perspectieven 8, nr 3 (1.10.1998): 198–209. http://dx.doi.org/10.2143/epn.8.3.563124.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
5

VAN GERWEN, Jef. "Christelijke solidariteit in de geseculariseerde samenleving". Ethische Perspectieven 8, nr 3 (1.10.1998): 221–31. http://dx.doi.org/10.2143/epn.8.3.563126.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
6

Kuiper, R. "Christelijke Geschiedbeschouwing Als Duiding van Traditie". Philosophia Reformata 60, nr 2 (17.12.1995): 79–98. http://dx.doi.org/10.1163/22116117-90000093.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
De moderne geschiedwetenschap worstelt sinds haar ontstaan in de 19de eeuw met het probleem van het historisme. De resultaten van de moderne geschiedwetenschap werden aan het begin van de vorige eeuw met enthousiasme begroet en deden een ongekend grote belangstelling voor het verleden ontstaan. De ‘nieuwe’ historische methode, die bestond in een positivistische, empirisch-analytische aanpak, bleek in zijn toepassing echter een katalysator van een manifest relativisme in de geschiedwetenschap. De idealistische geschiedfilosofie werd erdoor ontmanteld, maar ook de geschiedenis zelf werd steeds nauwkeuriger en preciezer ontleed. Wat bleef er aan samenhang en betekenis in de geschiedenis over? Het boven dit artikel afgedrukte citaat van Troeltsch geeft de kern van het probleem aan. Het is de historische problematiek van het ‘vergruisde beeld’, zoals J. Romein het eens aanduidde. In dat ‘vergruisde beeld’ is ook alles wat zin, waarde en norm heet in de geschiedenis ontbonden. Het gaat althans schuil achter massa’s feiten die zich maar niet samen lijken te willen voegen in een algemene betekenis.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
7

Stellingwerff, Johan. "Wat is Technicisme Precies?" Philosophia Reformata 64, nr 2 (17.12.1999): 132–47. http://dx.doi.org/10.1163/22116117-90000585.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
Om ons inzicht in techniek en cultuur aan te scherpen wil ik met een aantal kritische opmerkingen ingaan op het boek Geloven in wetenschap en techniek van E. Schuurman, dat verscheen als deel 15 in de christelijk wijsgerige reeks Verantwoording. Het boek behandelt de huidige cultuurproblemen, die de auteur persoonlijk raken en wel zo diep dat ik hem de vraag voorleg of ze wel juist zijn geanalyseerd.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
8

MARADIAGA, Oscar Andrés Rodriguez. "Corruptie en integriteit in een christelijk, globaal en ethisch perspectief". Ethische Perspectieven 17, nr 3 (30.09.2007): 228–43. http://dx.doi.org/10.2143/epn.17.3.2023390.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
9

DE WOLF, A. "De zorg voor de christelijk-ethische dimensie in het economie-onderwijs". Ethische Perspectieven 5, nr 2 (1.06.1995): 73–77. http://dx.doi.org/10.2143/epn.5.2.562956.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
10

G. Geertsema, Henk. "Conceptuele Analyse en Christelijk Geloof. Over de Wijsgerige Theologie in Utrecht". Philosophia Reformata 63, nr 2 (17.12.1998): 111–30. http://dx.doi.org/10.1163/22116117-90000149.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
In het boek Exodus, hoofdstuk 3, wordt verteld hoe God aan Mozes verschijnt in een brandende braambos. De HEER heeft het lijden van Israel in Egypte gezien en wil hen daaruit bevrijden. Daartoe wordt Mozes naar de farao gestuurd om tegen hem te zeggen dat hij Israel moet laten gaan. Met die boodschap moet Mozes eerst naar Israel zelf. Vandaar zijn vraag: wat zullen zij zeggen? Zullen zij mij geloven, als ik zeg dat ik gestuurd ben door de God van hun vader, van Abraham, Isaak en Jakob? Zullen zij niet vragen: wie is die God? Hoe is zijn naam? In antwoord daarop spreekt God de bekende woorden: ‘Ik ben die Ik ben.’ Mozes moet tot de Israelieten zeggen: ‘Ik ben heeft mij tot u gezonden.’ En verder: ‘De HEER (YHWH), de God van uw vaderen, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob, heeft mij tot u gezonden. Dit is mijn naam voor eeuwig en zo wil Ik aangeroepen worden van geslacht tot geslacht.’
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
11

POLLEFEYT, Didier. "Een nieuw boek over de joods-christelijke dialoog". Ethische Perspectieven 7, nr 2 (1.07.1997): 106–10. http://dx.doi.org/10.2143/epn.7.2.563176.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
12

G. Geertsema, Henk. "De Eigen Aard van Het Geloof in de Wijsgerige Theologie van Vincent Brümmer". Philosophia Reformata 63, nr 2 (17.12.1998): 131–54. http://dx.doi.org/10.1163/22116117-90000150.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
Een van de kenmerken van de wijsgerige theologie zoals die in de Utrechtse school wordt beoefend, is de nadruk op een persoonlijk Godsbegrip. Daarom wordt voor de bijdragen gebundeld in Hoe is uw Naam? Opstellen over de eigenschappen van God geclaimd ‘dat over de eigenschappen van God niet op abstracte wijze wordt gespeculeerd, maar dat zij afgelezen worden uit het persoonlijk handelen van God jegens mens en wereld’. In het artikel ‘Conceptuele analyse en christelijk geloof. Over de wijsgerige theologie in Utrecht’ heb ik geprobeerd aan te tonen dat deze claim slechts in beperkte mate wordt waar gemaakt.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
13

POLLEFEYT, Didier. "De holocaust als uitdaging voor de christelijke vredesopvoeding vandaag". Ethische Perspectieven 3, nr 4 (1.12.1993): 218–20. http://dx.doi.org/10.2143/epn.3.4.2005497.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
14

van der Aalst, A. J. "De spiritualiteit van het christelijk Oosten. II De intellectuele interpretatie". Het Christelijk Oosten 41, nr 1 (12.11.1989): 3–18. http://dx.doi.org/10.1163/29497663-04101002.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
La spiritualitéde lʼOrient chrétien: II Lʼinterprétation intellectuelle Après avoir étudié la spiritualité de lʼOrient chrétien aux premiers siècles (CO 40(1988)3-19), lʼauteur traite ici lʼinterprétation intellectuelle de la vie spirituelle. Elle est préparée dans le milieu alexandrin dʼoù sortent Clément et Origène et à leur suite Grégoire de Nysse et Evagre. Les grandes lignes de leur interprétation avec le thème central de la contemplation seront retenues à lʼépoque byzantine par Pseudo-Denys lʼAréopagite, Maxime le Confesseur, Jean Climaque, Syméon le Nouveau Théologien et Grégoire Palamas. Cependant, on peut constater chez eux lʼinterférence dʼaccents nouveaux comme la prière de Jésus, lʼexpérience de lʼEsprit et le rôle du corps. Cette interprétation intellectuelle est acceptée sans trop de heurts par les Syriens occidentaux et orientaux. Plus que la doctrine spirituelle cʼest leur doctrine christologique qui les sépare entre eux. On peut parler dʼune tradition consistante et très répandue. Mais cette interprétation est conditionnée par la culture, la philosophie et la langue. Quand cette culture change, et avec elle les idées sur Dieu, sur Jésus-Christ, sur lʼhomme et le monde, une nouvelle interprétation est requise, sinon il en résulte un manque dʼeau potable dans une inondation. Mais cette nouvelle interprétation ne peut pas renoncer entièrement à lʼaspiration commune de lʼOrient chrétien.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
15

Alesse, Francesca. "Christelle Veillard: Hécaton de Rhodes. Les Fragments". Elenchos 44, nr 2 (21.11.2023): 391–95. http://dx.doi.org/10.1515/elen-2023-0020.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
16

Kinneging, A. A. M. "Het Conservatisme: Kritiek van de Verlichting en de Moderniteit". Philosophia Reformata 65, nr 2 (17.12.2000): 126–53. http://dx.doi.org/10.1163/22116117-90000606.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
In dit artikel wordt een poging ondernomen tot een analyse van het wijsgerige wezen van het conservatisme. Een belangrijke conclusie van de analyse is dat het christelijke denken over mens en maatschappij wezensverwant is aan het conservatisme. Het behoeft dan ook geen verbazing te wekken dat conservatieve idee�n in politicis eerst en vooral verdedigd zijn door christelijke politici. Historisch gezien is het conservatisme een reactie op de idee�n van de Verlichting en de Franse revolutie. Het grijpt terug op de Philosophia perennis van de oudheid en de middeleeuwen, met name op het inzicht dat centraal staat daarin, namelijk dat de mens in zekere zin uit de scheppingsorde lijkt te vallen, in die zin dat het goede voor hem een vraag is en hij geneigd is het kwade voor het goede te houden. In de oudheid werd dit gegeven uitgebeeld in de gelijkenis van Hercules op de tweesprong, in de middeleeuws-christelijke traditie in het verhaal van de zondeval. Hieruit volgt dat een innerlijke ommekeer de voornaamste voorwaarde is om orde in de ziel en in de samenleving tot stand te brengen en te behouden. Stelt men hier tegenover het Verlichtingsdenken, dat ten grondslag ligt aan de twee belangrijkste tegenhangers van het conservatisme, namelijk socialisme en liberalisme, dan ontwaart men een tegengestelde visie op de condition humaine: de menselijke geneigdheid tot het kwade wordt ontkend en daarmee de noodzaak van innerlijke ommekeer. In plaats daarvan komt een sterke nadruk op maatschappelijke hervorming. In het artikel wordt deze transformatie van het denken geanalyseerd en vanuit een conservatief perspectief gekritiseerd.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
17

van der Walt, Johannes. "Christian philosophy of education in South Africa: the cultural-historical activity theory to the rescue?" Koers - Bulletin for Christian Scholarship 81, nr 2 (31.10.2016): 18–26. http://dx.doi.org/10.19108/koers.81.2.2262.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
Parents’ choice of schools for their children has become particularly problematic in the current circumstances because of the fact that most schools have become secular and hence cannot support Christian parents in their task of educating children in line with the former’s baptismal vow. In addition to this, Philosophy of Education has all but disappeared from teacher education curricula. These circumstances have not, however, detracted from Christian parents’, teachers’, caregivers’ and other educators’ need for a Christian Philosophy of Education. This article offers such a Philosophy of Education in the form of Biblical perspectives regarding the main facets of education couched in cultural-historical activity theory. This approach circumvents objections against a mere “grab bag” of Biblical perspectives about education as well as against yet another master theory or grand narrative about Christian education. Ouers se skoolkeuse het in die huidige omstandighede tot ‘n ernstige probleem ontwikkel aangesien die meeste skole gesekulariseerd geraak het en dus nie die ouers kan ondersteun in hulle taak om die kinders ooreenkomstig die ouers se doopbeloftes op te voed nie. Om die probleem te vererger, het Filosofie van die Opvoeding ook uit die kurrikulums vir onderwysersopleiding verdwyn ten gunste van ‘n blote teoretiese refleksie oor onderwys en opvoeding. Christenouers, -onderwysers, -sorggewers en ander -opvoeders het desondanks nog steeds ‘n behoefte aan ‘n Bybelsgefundeerde Filosofie van die Opvoeding. Hierdie artikel omlyn sodanige Filosofie van die Opvoeding. Dit benut die kultuur-historiese aktiwiteitsteorie as ‘n raamwerk vir ‘n stel Bybelse opvoedingsperspektiewe. Hierdie benadering voorkom enersyds besware teen ‘n blote onsamehangende versameling Bybelse perspektiewe oor opvoeding en onderwys en andersyds besware teen die bou van ‘n nuwe meesterteorie of grootskaalse narratief aangaande Christelike opvoeding.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
18

Troost, A. "Normativiteit II: Oorsprong en ondergang van het denken over scheppingsordeningen". Philosophia Reformata 60, nr 2 (17.12.1995): 147–64. http://dx.doi.org/10.1163/22116117-90000096.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
In het eerste deel van deze studie (PR 57/1992,3-18) zagen we dat de levensbeschouwelijke idee van een normatieve kosmische wereldorde oorspronkelijk een mythische geloofsidee was, die in vrijwel alle grote godsdiensten voorkwam. In de joodse en christelijke tradities werd deze idee in niet-wetenschappelijke zin geloofsmatig, vanuit het Oude Testament verstaan. Temeer omdat de Schrift op dit punt bepaald niet haaks stond op de algemeen gangbare, religieus-heidense publieke opinie, noch in de tijd van Homerus en Hesiodus, noch in de begintijd van het christendom.89 Vervolgens werden de beide genoemde geloofstradities levensbeschouwelijk, theologisch en wijsgerig verwerkt met hantering van uit het heidendom, voornamelijk uit de Stoa, overgenomen gedachten en denkpatronen.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
19

Koekkoek, Ad J. "Bespreking van: Venster op die Kunste; christelike perspektiewe/A Window on the Arts; Christian Perspectives. Feespublikasie van die Instituut vir Reformatoriese Studie ter herdenking van die honderdvyf-en-twintigste bestaansjaar van die Potchefstroomse Universiteit vir Christelike Hoër Onderwys, 1869-1994." Philosophia Reformata 61, nr 1 (17.12.1996): 89–98. http://dx.doi.org/10.1163/22116117-90000109.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
20

Silva, Bisi, i Sophie Potelon. "Faire place pour que fleurissent cent fleurs". Multitudes 87, nr 2 (31.05.2022): 199–205. http://dx.doi.org/10.3917/mult.087.0199.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
Lors d’une table ronde organisée à KADIST le 10 décembre 2021 intitulée After Àsìkò. Artistic and Curatorial Practices in Africa , les commissaires Iheanyi Onwuegbucha et Aude Christel Mgba ont pu mettre en parallèle différentes initiatives pédagogiques du continent africain, comme Àsìkò ou encore Artbakery créé par l’artiste camerounais Goddy Leye. Dominique Malaquais a fréquenté ses différents lieux, en son hommage voici l’histoire d’ Àsìkò , une initiative curatoriale et pédagogique fondée au CCA, Lagos par Bisi Silva en 2010.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
21

Sap, Jan Willem. "GELOOF EN VERLICHTING: KRITIEK VAN HET CONSERVATISMEEEN REACTIE OP ANDREAS KINNEGING". Philosophia Reformata 67, nr 2 (2.12.2002): 186–93. http://dx.doi.org/10.1163/22116117-90000262.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
In het artikel ‘Het conservatisme: kritiek van de Verlichting en de moderniteit’ in Philosophia Reformata (65, 2000, 126-153) gaat Andreas Kinneging op zoek naar de wortels van het conservatisme en bespreekt hij de relatie met de Verlichting, het christendom en de moderne samenleving. In deze reactie wil ik kort enkele opmerkingen en vragen plaatsen bij de veertien paragrafen van zijn betoog. Dat Kinneging het debat heeft aangezwengeld acht ik van waarde. Ik heb bewondering voor zijn belezenheid en het consequent vasthouden en doorvoeren van gedachten en waardeer zijn betrokken verzet tegen de onverschillige houding van ‘ik ben o.k., jij bent o.k.’ in de Nederlandse samenleving. Bij het lezen moest ik ook denken aan het oude spreekwoord: ‘Wat baten goede wetten bij bedorven zeden?’ Tegelijkertijd is er ook kritiek, met name waar hij conservatisme en christelijk geloof in elkaar probeert te schuiven of de Verlichtingsidealen tekort doet7. Er van uitgaand dat de lezer zijn betoog kent (of makkelijk kan opzoeken) sluit ik aan bij zijn paragraafopbouw en ga vooral in op zaken die ik anders zie of waarover ik iets wil opmerken.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
22

van der Wal, G. A. "Dupliek OP S. Griffioen, Samenleven". Philosophia Reformata 63, nr 1 (17.12.1998): 70–83. http://dx.doi.org/10.1163/22116117-90000143.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
De bijdrage van Sander Griffioen aan de OU-cursus Cultuurfilosofie vanuit levensbeschouwelijke perspectieven draagt de korte maar krachtige titel ‘Samenleven’. Daarmee wordt aangegeven dat het onderwerp van de beschouwing de samenleving ofwel het sociale fenomeen als zodanig is. Het gaat derhalve niet zozeer om meer speciale kwesties inzake de inrichting of organisatie van het samenleven zoals die bijvoorbeeld in de rechts-, de politieke of de managementfilosofie rond de thema’s rechtsstaat, democratie, vrije markteconomie en dergelijke aan de orde zijn. Ook daar spelen maatschappijvisies op zijn minst indirect en op de achtergrond een rol. In het stuk van Griffioen gaat het expliciet om die kijk op het samenleven zelf. De leidende vraag is met andere woorden hoe het sociale fenomeen als zodanig nader moet worden begrepen en wat de betekenis en plaats ervan in het menselijk bestaan is. Conform de opzet van de cursus wordt op die vraag vanuit een bepaalde levensbeschouwelijke invalshoek ingegaan, in dit geval de reformatorisch-christelijke, waarbij tegelijk de overeenkomst maar vooral ook het verschil met de katholieke en de humanistische visie op het samenleven aandacht krijgt.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
23

Kee, Bas. "R.A. Jongeneel, Economie van de barmhartigheid. Een christelijk-normatieve visie op economie, Uitgeverij Kok Kampen 1996, 272 blz., ISBN 90-242-7755-8". Philosophia Reformata 62, nr 1 (17.12.1997): 118–22. http://dx.doi.org/10.1163/22116117-90000126.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
24

STELLINGWERFF, J. "M. D. Stafleu, De verborgen structuur. Wijsgerige beschouwingen over natuurlijke structuren en hun samenhang. Deel 4 van de christelijk wijsgerige reeks Verantwoording, Amsterdam, Buijten en Schipperheijn, 1989." Philosophia Reformata 55, nr 1 (20.02.1990): 94–95. http://dx.doi.org/10.1163/22116117-90001534.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
25

Pettigrove, Glen. "Christel Fricke (ed.), The Ethics of Forgiveness: A Collection of Essays (New York: Routledge, 2011) 212 pp. ISBN: 9780415885430. £76.00." Journal of Moral Philosophy 10, nr 4 (2013): 564–66. http://dx.doi.org/10.1163/17455243-01004006.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
26

van der Merwe, N. T. "Drs. A. Tol & Dr. K.A. Bril, Vollenhoven als wijsgeer: Inleidingen en teksten. Amsterdam, Buijten en Schipperheijn, 1992. 376 p. Verantwoording: Christelijk wijsgerige reeks, nr. 8; f.59,50." Philosophia Reformata 58, nr 1 (20.02.1993): 80–85. http://dx.doi.org/10.1163/22116117-90001593.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
27

Grattan-Guinness, Ivor. "Die Godelschen Unvollstandigkeitssatze: Zur Geschichte ihrer Entstehung und Rezeption. Christel Ketelsen". Isis 88, nr 2 (czerwiec 1997): 355–56. http://dx.doi.org/10.1086/383739.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
28

Scholz, Erhard. "Christel Ketelsen: Die Gödelschen Unvollständigkeitssätze. Zur Geschichte ihrer Entstehung und Rezeption. Stuttgart: Franz Steiner 1994". Berichte zur Wissenschaftsgeschichte 19, nr 4 (1996): 251–52. http://dx.doi.org/10.1002/bewi.19960190409.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
29

Stellingwerff, J. "René van Woudenberg, Gelovend denken; inleiding tot een christelijke filosofie. Deel 7 van de reeks Verantwoording, Uitgeverij Buijten en Schipperheijn, en Kok. (Amsterdam en Kampen 1992) 232 p." Philosophia Reformata 59, nr 1 (17.12.1994): 105–7. http://dx.doi.org/10.1163/22116117-90000076.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
30

Koekkoek, A. K. "R.S. Zwart, ‘Gods wil in Nederland’. Christelijke ideologieën en de vorming van het CDA (1880-1980), Historische Boekerij, dl. 4, Kok - Kampen 1996, 325 pp., ISBN 90-242-7780-9." Philosophia Reformata 64, nr 1 (17.12.1999): 71–74. http://dx.doi.org/10.1163/22116117-90000575.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
31

van der Meer, Jitse. "Ab Flipse. Christelijke wetenschap: Nederlandse rooms-katholieken en gereformeerden over de natuurwetenschap, 1880–1940. 327 pp., illus., bibl., index. Hilversum: Uitgeverij Verloren, 2014. €29 (paper)." Isis 106, nr 4 (2.12.2015): 960–62. http://dx.doi.org/10.1086/684742.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
32

Pimenta, Susana. "[Recensão a] Blanchard, Pascal, Bancel, Nicolas, Boëtsch, Gilles, Taraud, Christelle, Thomas, Dominique org. (2018). Sexe, race & colonies. La domination des corps du XVe siècle à nos jours. Paris: La Découverte, 544 páginas, ISBN: 978-2-348-03600-2". Revista de História das Ideias 39 (16.06.2021): 397–400. http://dx.doi.org/10.14195/2183-8925_39_16.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
33

Stoll, Ulrich. "Das Promptuarium Medicinae. Magdeburg: Bartholomäus Ghotan 1483. EDV-gestützte Edition, hrsg. von Peter Seidensticker unter Mitwirkung von Christel Seidensticker, computativ bearbeitet von Harald Händler. (Corpus herbariorum, Bd 1) Lahr: Moritz Schauenburg 1990. 448 SS. (46 SS. Einleitung, 256 SS. Text [mit einem Geleitwort von Gundolf Keil] und 146 SS. Register und Indizes), 1 Diskette; DM 180". Berichte zur Wissenschaftsgeschichte 16, nr 3-4 (1993): 303–4. http://dx.doi.org/10.1002/bewi.19930160319.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
34

Bugge, K. E. "En upåagtet dimension i Grundtvigs tanker om “Anskuelsen”". Grundtvig-Studier 57, nr 1 (1.01.2006): 53–66. http://dx.doi.org/10.7146/grs.v57i1.16492.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
En upåagtet dimension i Grundtvigs tanker om “Anskuelsen ”[An unnoted dimension in Grundtvig’s deliberations on “lifephilosophy”]By K. E. BuggeIn the introduction to his Northern Mythology (1832) Grundtvig outlines an ideological platform as a basis for rapport and cooperation with his contemporaries. Grundtvig suggests that a broad agreement should be possible on those elements of a life-philosophy, which in theological language are usually termed creation and fall. As far as the ideas of salvation are concerned, however, no unanimity is possible.The following study focuses on the basic assumptions of Grundtvig's argumentation. How could he be absolutely certain that his readers would readily accept his contention that every one of them, believers and non-believers alike, would agree that the ideas of the divine creation and the fall of man are basic realities of human existence? Such a presumption would certainly not be valid in the secularized cultural context of the following century. In order to answer this question attention is here directed towards the teaching aids used in Danish schools in the subject of Christian Education, especially those, which we know have been used in Grundtvig's own schooling, and which he later comments upon.The first of these books was published by Grundtvig's father, Johan Grundtvig under the title Catechismi Forklaring (1779), i.e. a thorough elucidation of Luther's catechism. Quite a number of such explanatory teaching aids were published during the centuries of Lutheran orthodoxy. Usually they were much too voluminous to be directly used by children. On this background Grundtvig's uncle, the prominent bishop N. E. Balle in 1791 published a new Lærebog i den evangelisk-christelige Religion, i.e. A textbook of evangelicalchristian religion, a booklet of 104 pages. As this book was officially authorized, it was widely distributed. By 1830 it had been reprinted ten times.In order to make the ideas of God's creation of the world evident to the children, both these books present the same argument: That just as a house is unable to build itself, in the same manner the world as such must have been built by a creator. Noteworthy is here that the argument in both cases is not rooted in holy scripture but in common sense and everyday experience.Also the argument in support of the idea of the fall of man is notable. Johan Grundtvig in his book combines biblical narrative with common sense. He raises the question, whether the sinfulness of Adam and Eve was inherited by their descendants. His answer is affirmative.Because they were unable to procreate children that were better than themselves, then, of course, their sinfulness was also inherited by their present day descendants. Balle goes directly into an argumentation based on experience and common sense: “Experience makes it clear that men are not as good, as they ought to be. All have some error.”Because of the authorization of the book, Balle's formulation gained a wide influence during the first half of the century. In the grammar schools preparing the young for university studies the dominating teaching aids in the subject were compendia of two extensive dogmatic expositions published by Ove Hoegh-Guldberg. A compendium by Mathias Galthen (1784, 2nd ed., 1793) was used at the grammar school in Aarhus, which Grundtvig attended during the years 1798-1800. Concerning creation Galthen underscores that the world cannot have created itself, and that “sound reason” convinces us that the world cannot have emerged by coincidence. On the theme of the fall of man he first reiterates the argument forwarded by Johan Grundtvig: That Adam and Eve could not have procreated children that were less sinful than themselves. He then continues: “Experience and Holy Scripture confirms that all men are imperfect”. Notable are here not only the smooth continuation from reason to scripture, but also the order of priority. Everyday experience and “sound reason” provide the intellectual basis necessary for understanding the biblical message.Arguments such as these were inculcated by merciless rote and were, therefore, firmly lodged in the minds of Grundtvig's readers. On this background he could safely assume that the ideas of creation and fall were readily at hand as preconditions for an understanding of what he had to say. The ideas were imprinted in the minds of his readers as self-evident truths based on experience and common sense and were, therefore, independent of any particular religious conviction. In this way a study of the books used in the Christian Education of his time provide a useful and hitherto unheeded tool for understanding Grundtvig's argumentation.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
35

Araújo Silva, Marcos Érico de. "A paidéia kierkegaardiana". Trilhas Filosóficas 11, nr 1 (26.06.2018): 45–91. http://dx.doi.org/10.25244/tf.v11i1.3034.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
Resumo: Farei uma abordagem da educação em Kierkegaard do ponto de vista filosófico sendo, portanto, uma introdução à filosofia de Kierkegaard. Educação é compreendida no sentido da paidéia grega. Assim como a paidéia se inclina para a areté, do mesmo modo a paidéia kierkegaardiana exige a modificação da existência. O método da comunicação indireta é a forma da educação e, assim, o ensinar do autêntico professor decorre de sua “originalidade adquirida” ao reduplicar em sua existência o que ensina apropriando-se, quer dizer, sendo, ele mesmo, aquilo que ensina. Ao contrário, o professor erudito possui apenas uma “originalidade imediata e primeira” e, por isso, apenas transmite e exibe seu vasto saber sem reduplicá-lo. A produção pseudônima e religiosa são os dois olhos de Kierkegaard para ver a mesma questão: o tornar-se si-mesmo e sua imbricação com a realidade efetiva.Palavras-chave: Paidéia kierkegaardiana. Si-mesmo. Areté. Modificação da existência. Originalidade adquirida. Originalidade imediata e primeira. Abstract: I will make an approach of the education in Kierkegaard's philosophical point of view, therefore, an introduction to Kierkegaard's philosophy. Education is understood in the sense of the Greek paidéia. Just as paidéia inclines toward the areté, in the same way Kierkegaardian paideia demands the modification of existence. The method of indirect communication is the form of education, and thus the teaching of the authentic teacher stems from his "acquired originality" by reduplicating into his existence, which teaches appropriating, that is, being himself, what he teaches. On the contrary, the learned teacher has only an "immediate and first originality" and, therefore, only transmits and exhibits his vast knowledge without reduplicating it. The pseudonymous and religious production are the two eyes of Kierkegaard to see the same question: to become self and its imbrication with effective reality.Keywords: Kierkegaardiana Paidéia. Self. Areté. Modification of existence. Originality acquired. Immediate and first originality. REFERÊNCIASAGOSTINHO, Santo. De la doctrina cristiana. In: AGOSTINHO, Santo. Obras de San Agustin. Tomo XV. Edición bilingüe. Madrid: Biblioteca de Autores Cristianos, 1957.FOGEL, Gilvan. Notas a respeito da educação. In: Rev. Filosófica São Boaventura. v. 3, n. 1, p. 37-48, jan/jun, 2010.HEIDEGGER, Martin. Principios metafísicos de la lógica. Traducción de Juan José García Norro. Madrid: Editorial Síntesis, 2007.______ . Ser e Tempo. Tradução revisada de Márcia Sá Cavalcante Schuback. Volume Único. Petrópolis: Vozes, 2006.______ . Fenomenologia da vida religiosa. Tradução de Enio Paulo Giachini, Jairo Ferrandin, e Renato Kirchner. Bragança Paulista: Editora Universitária São Francisco; Petrópolis: Vozes, 2010.JAEGER, Werner. Paidéia: A formação do homem grego. Tradução de Artur M. Parreira. São Paulo: Martins Fontes, 1995.KIERKEGAARD, Søren. Lilien paa Marken og Fuglen under Himlen. In: Søren Kierkegaards Skrifter Elektronisk version 1.4, 2009. (SKS 11)_______. Sygdommen til Døden: en christelig psychologisk Udvikling til Opbyggelse og Opvækkelse. In: Søren Kierkegaards Skrifter Elektronisk. Version 1.7, 2012 (SKS 11)._______. Diario: 1851-1852, Vol. 9. 3ª ed. A cura di Cornelio Fabro. Brescia: Morcelliana, 1980. (D 9)._______. La dialectique de la communication étique et éthico-religieuse. In: KIERKEGAARD, Søren. Œuvres Complètes: Les Œuvres de l’amour; La dialectique de la communication étique et éthico-religieuse. Trad. Paul-Henri Tisseau e Else-Marie Jacquet Tisseau. Tome XIV, Paris: Édition de L’Orante, 1980 (OC 14)._______. La neutralité armée. In: KIERKEGAARD, Søren. Œuvres Complètes: L’École du cristianisme; La neutralité armée; Um article; Sur mon Œuvre d’écrivain. Trad. Paul-Henri Tisseau e Else-Marie Jacquet Tisseau. Tome XVII, Paris: Édition de L’Orante, 1982a (OC 17)._______. Sur mon Œuvre d’écrivain. In: KIERKEGAARD, Søren. Œuvres Complètes: L’École du cristianisme; La neutralité armée; Um article; Sur mon Œuvre d’écrivain. Trad. Paul-Henri Tisseau e Else-Marie Jacquet Tisseau. Tome XVII, Paris: Édition de L’Orante, 1982b (OC 17).KIERKEGAARD, Søren. Point de vue explicatif de mon oeuvre d’écrivain. In: Œuvres complètes de Søren Kierkegaard: Point de vue explicatif de mon oeuvre d’écrivain; Deus petits traités éthico-religieux; La maladie a la mort; Six discours. Tome XVI. Traduction Paul-Henri Tisseau e Else-Marie Jacquet Tisseau. Paris: Edition de L’orante, 1971 (OC 16)._______. Ponto de vista explicativo da minha obra de escritor: uma comunicação direta, relatório à História. Tradução de João Gama. Lisboa: Edições 70, 2002._______. As obras do amor: algumas considerações cristãs em forma de discursos. Tradutor Álvaro Luiz Montenegro Valls. Petrópolis: Vozes; Bragança Paulista: Editora Universitária São Francisco, 2005._______. El lirio en el campo y el pájaro bajo el cielo. Tres discursos piadosos [1849]. In: Los lírios del campo y las aves del cielo. Traducción de Demetrio Gutiérrez Rivero. Madrid: Trotta, 2007._______. La enfermedad mortal: una exposición Cristiano-psicológica para edificar y despertar. Traducción de Demetrio Gutiérrez Rivero. Madrid: Trotta, 2008a._______. Migalhas filosóficas ou um bocadinho de filosofia de João Climacus. Tradução de Ernani Reichmann e Álvaro L. M. Valls. 2ª ed. Petrópolis: Vozes, 2008b._______. O conceito de angústia: uma simples reflexão psicológico-demonstrativa direcionada ao problema dogmático do pecado hereditário de Vigilius Haufniensis. Tradução de Álvaro L. M. Valls. Petrópolis: Vozes; Bragança Paulista: Editora Universitária São Francisco, 2010._______. La época presente. Introducción, traducción y notas de Manfred Svensson. Madrid: Trotta, 2012._______. Pós-escrito conclusivo não científico às migalhas filosóficas: coletânea mímico-patético-dialética, contribuição existencial, por Johannes Climacus. Vol. 1. Tradução de Álvaro Luiz Montenegro Valls e Marília Murta de Almeida. Petrópolis: Vozes; Bragança Paulista: Editora Universitária São Francisco, 2013.KIERKEGAARD, Søren. Pós-escrito conclusivo não científico às migalhas filosóficas: coletânea mímico-patético-dialética, contribuição existencial, por Johannes Climacus. Vol. 2. Tradução de Álvaro Luiz Montenegro Valls e Marília Murta de Almeida. Petrópolis: Vozes; Bragança Paulista: Editora Universitária São Francisco, 2016._______. O evangelho dos sofrimentos. In: Discursos edificantes em diversos espíritos: o que aprendemos dos lírios do campo e das aves do céu; O evangelho dos sofrimentos. Tradução de Álvaro Valls, e Else Hagelund. São Paulo: LiberArs, 2018.MARCEL, Gabriel. Aproximación al misterio del Ser: posiciones y aproximaciones concretas al mistério ontológico. Traducción, prólogo y notas de José Luis Cañas. Madrid: Ediciones Encuentro, 1987.PLATÃO. A república. 12ª ed. Introdução, Tradução e Notas de Maria Helena da Rocha Pereira. Lisboa: Fundação Calouste Gulbenkian, 2010.SCHOPENHAUER, Artur. Fragmentos sobre la historia de la filosofía. In: Parega y paralipómena: escritos filosóficos menores. Vol. 1. Traducción de Pilar López de Santa María. Madrid: Editorial Trotta, 2006.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
36

Van der Walt, Barend J. "H.G. Stoker (1999–1993) as Christelike filosoof: ’n Historiese legende en ikoon, of nog steeds ’n kontemporêre mentor?" In die Skriflig/In Luce Verbi 47, nr 1 (29.11.2013). http://dx.doi.org/10.4102/ids.v47i1.86.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
’n Tradisie, wat ’n filosofiese tradisie insluit, kan alleen lewend bly as die verhaal daarvan aan die jonger geslag oorvertel word. Daarom bied hierdie inleidende en oorsigtelike artikel aan die leser iets oor die unieke filosofie van die Suid-Afrikaanse denker, Henk Stoker. Ter inleiding behandel dit die moontlike redes waarom sy denke in Suid-Afrika en elders vandag relatief onbekend is en minder invloedryk was in vergelyking met dié van die twee ander vaders van ’n reformatoriese filosofie, naamlik Dirk H.Th. Vollenhoven en veral Herman Dooyeweerd. Daarna word aandag geskenk aan die Suid-Afrikaanse milieu waarbinne sy filosofie gebore is. Die moontlike interne en eksterne teologiese en filosofiese invloede van veral Herman Bavinck (1854–1921) en Max Scheler (1874–1928) word behandel. Vervolgens word op enkele van Stoker se oorspronklikste bydraes tot die Christelik-filosofiese tradisie gewys. ’n Vlugtige blik word op die wedersydse kritiek tussen Stoker, Dooyeweerd en sekere leerlinge van Dooyeweerd gewerp. Ten slotte kan daar, in die lig van hierdie onderlinge verskille, sekere wanopvattings reggestel word, byvoorbeeld dat ’n Reformatoriese filosofie ’n statiese en geslote sisteem is. H.G. Stoker (1899–1993) as Christian philosopher: historical legend and icon, or still a contemporary mentor? Tradition which includes a philosophical tradition, can only been kept alive when its story is told to younger generations. This is the motivation behind this introductory overview of the unique philosophy of the South African philosopher, Henk Stoker. In comparison with the two other founders of a reformational philosophy, Dirk H.Th. Vollenhoven (1892–1978) and especially Herman Dooyeweerd (1994–1977), Stoker’s ideas are in South Africa, as well as abroad, less well-known among reformed people. The introductory part of this article, therefore, investigates the possible reasons for the relatively small impact of his thinking. The next section requires attention for the South African context in which his Christian philosophy was born. This is followed by a detailed discussion of the possible internal and external theological and philosophical influences of especially Herman Bavinck (1865–1921) and Max Scheler (1874–1928) on the emergence of Stoker’s philosophy of the idea of creation. A few of Stoker’s original contributions to a Christian philosophy are then highlighted. Next the debate between Stoker and Dooyeweerd and some of Dooyeweerd’s followers is reviewed. Finally, in the light of these differences between two of the fathers of the triumvirate already at the origin of a Reformational philosophy, the misconception that this kind of philosophy is a static and closed system, should be corrected.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
37

van der Walt, Barend. "FILOSOFIE OP POTCHEFSTROOM DIE AFGELOPE EEU (1917-2017) Deel 4: Op die tweesprong?" Koers - Bulletin for Christian Scholarship 84, nr 1 (31.03.2019). http://dx.doi.org/10.19108/koers.84.1.2454.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
ABSTRACT PHILOSOPHY AT POTCHEFSTROOM THE PAST CENTURY (1917-2017). Part 4: At the cross-roads? Three previous articles in this journal reviewed the history of philosophy at Potchefstroom from the beginning of the previous century up to about 2009. In this and the next contribution the writer, acting again as a fly on the wall, provides a peephole on the current situation at the end of 2017. As the subtitle suggests, it seems that Christian philosophy at Potchefstroom has arrived at the cross-roads. Different reasons, like the on-going secularisation of the North-West University have contributed to the situation. A cause for differences within the School of Philosophy may also be that lecturers from outside the tradition of a Reformational approach are critical about the traditional Christian philosophical approach of more than a century. Since his viewpoint is one clear example of such an alternative approach the academic training, publications and viewpoint of Prof Anné H. Verhoef will be investigated in detail in a last (fifth) contribution. The present article about the main contours of a Reformational approach in philosophy serves as a necessary background from which the philosophical theology of Verhoef will be analysed and evaluated in the conclusion of this series. SAMEVATTING In drie vorige artikels in hierdie tydskrif is die geskiedenis van filosofie op Potchefstroom vanaf die begin van die vorige eeu tot ongeveer 2009 behandel. In hierdie en die volgende bydrae bied die skrywer, weer ʼn vlieg teen die muur, ʼn volgende kyk op die huidige situasie teen die einde van 2017. Soos die subtitel van die huidige artikel aandui, wil dit voorkom asof die Potchefstroomse Christelike filosofie tans voor ʼn tweesprong te staan gekom het. Verskillende redes kan daarvoor aangevoer word, soos die voortgaande sekularisering van die Noordwes-Universiteit (NWU). ʼn Oorsaak vir die verskille binne die Skool vir Filosofie kan moontlik ook daarin gesoek word dat dosente van buite die tradisionele Christelik-Reformatoriese tradisie bygekom het en die denkgemeenskap van meer as ʼn eeu nie deel nie. As een voorbeeld van so ʼn alternatiewe visie sal die akademiese agtergrond, publikasies en standpunt van prof. A.H. Verhoef in ʼn laaste (vyfde) bydrae in besonderhede nagegaan word. Die huidige artikel oor die hoofkontoere van ʼn Reformatoriese wysbegeerte dien as agtergrond waarteen die filosofiese teologie van Verhoef in die slotartikel analiseer en evalueer sal word.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
38

Van der Walt, B. J. "Probleme rondom die verklaring van die Bybel in die gereformeerde teologie: ’n Christelik-filosofiese besinning". In die Skriflig/In Luce Verbi 43, nr 1 (26.07.2009). http://dx.doi.org/10.4102/ids.v43i1.212.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
Problems in interpreting the Bible in reformed theology: a Christian-philosophical reflection It is becoming evident that previous convictions about the nature of the Bible as well as the ways in which it should be interpreted, are not convincing anymore. The resulting uncer- tainty is causing division and tension among reformed theolo- gies and churches in South Africa. This Christian-philosophical reflection intends to help clarify some of the issues. A previous article (cf. Van der Walt, 2008d) was focused mainly on a view of Scripture itself, while the present article concentrates on its interpretation. However, to be able to read the Bible correctly, one has to know exactly what kind of book it is – how it is qualified. The first main section, therefore, discusses what it means to view the Bible as a book of faith. The following section provides an overview of the traditional hermeneutical methods, including the most popular among reformed scholars. In the third part attention is given to the “hermeneutical revolultion” since the last part of the previous century. Since not only the ancient Bible text, but also the present-day reader are regarded as important today, one’s worldview and philosophy have become vital determining elements in reading Scripture. The last sec- tion, therefore, discusses the relationship between worldview and exegesis. As one’s worldview influences one’s exegesis, one can not deny or try to hide one’s worldviewish presuppo- sitions. At the same time, however, one should be aware of the dangers associated with a Christian worldview. Thus, a few criteria for judging the correctness of a worldview will be mentioned in conclusion.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
39

Strauss, Pieter Johannes. "Die Bittereindevrede van 31 Mei 1902: ‘n Hostories-etiese Perspektief". Koers - Bulletin for Christian Scholarship 86, nr 1 (31.05.2021). http://dx.doi.org/10.19108/koers.86.1.2490.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
Abstract: The die-hard peace of the 31st May 1902: a historical ethical perspective The remainder of Boers fighting the last part of the Anglo-Boer War (1899-1902), are known as the die-hards. However, the characteristics of a die-hard or bitter end were not defined or uninamously recognized by the Boers. In the circumstances of April-May 1902 peace talks began and led to the signing of a peace treaty on 31 May 1902. In the development of the discussions among themselves a realisation was reached by the vast majority of the 60 Boer delegates that this was inevitably the end of the bitter end: the die-hard end. This realisation is discussed within a Christian historical and ethical perspective. Opsomming: Die bittereindervrede van 31 Mei 1902: ‘n histories-etiese perspektief Die Bittereinderboere wat die Britte in die laaste deel van die Anglo-Boereoorlog (1899-1902) die stryd aangesê het, het nie ‘n konsensus gehad oor die aard van ‘n bittereinde nie. Onder die – vir hulle – moeilike omstandighede in die laaste fase van die oorlog het vredesamesprekings wat tot die onder tekening van ‘n vredesverdrag op 31 Mei 1902 sou lei, ‘n besef onder die 60 afgevaardigdes van die Boere geskep dat dit nou die einde van die bittereinde is. Hierdie besef word binne ‘n Christelik-historiese en etiese perspektief bespreek.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
40

Van der Walt, B. "’n Christelike Afrikafilosofie - ’n drievoudige uitdaging". In die Skriflig/In Luce Verbi 32, nr 3 (25.06.1998). http://dx.doi.org/10.4102/ids.v32i3.1651.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
41

Santrac, Aleksandar S. "Untying the knots of thinking: Wittgenstein and the role of philosophy in Christian faith". In die Skriflig/In Luce Verbi 49, nr 1 (4.03.2015). http://dx.doi.org/10.4102/ids.v49i1.1826.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
This article deals with Ludwig Wittgenstein’s philosophy and how it can be properly applied in Christian theology. It provides useful tools for methodology in Christian thinking. According to Wittgenstein, philosophy deals primarily with critical examination, clarification and evaluation of the language we use. Wittgenstein’s ideas − including the concept of mystery beyond linguistic forms, the idea of language game and its possible evolution, the impossibility of the ultimate truth and the concrete application of language − have the potential to play a very significant methodological role in every form of theological doctrinal expression.Wittgenstein en die rol van die filosofie in die Christelike geloof. Hierdie artikel handel oor Ludwig Wittgenstein se filosofie en hoe dit behoorlik toegepas kan word in die Christelike teologie. Dit bied nuttige gereedskap vir metodologie in Christelike denke. Volgens Wittgenstein, handel filosofie hoofsaaklik oor die kritiese ondersoek, verduideliking en evaluering van die taal wat ons gebruik. Wittgenstein se idees − insluitend die konsep van misterie buite taalkundige vorms, die idee van taalspel en die moontlike evolusie, die onmoontlikheid van die uiteindelike waarheid en die konkrete toepassing van taal − het die potensiaal om ’n baie belangrike metodologiese rol te speel in elke vorm teologiese leerstellige uitdrukking.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
42

Van der Walt, B. J. "Onderweg na ’n Christelike samelewings- beskouing: Bybelse grondslae en historiese ontwikkeling". In die Skriflig/In Luce Verbi 42, nr 1 (27.07.2008). http://dx.doi.org/10.4102/ids.v42i1.255.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
Towards a Christian perspective on social life: Biblical foundations and historical development This article is structured in the following way: The introduction asks the practical question why Christianity has such a small impact on contemporary society. This topical question is partly answered by indicating that most Christians lack a worldviewish framework or social philosophy to inspire them to get involved outside their churches and do so correctly. In the second sec- tion a brief explanation of the possible solutions to this problem indicates that the reformational social philosophy may offer some help. Christian theology and Christian philosophy should mutually assist each other in this important endeavour to shape a Christian worldview, including a perspective on social life. The third section indicates how such a philosophy for social life can be firmly based on God’s Word. In light of the fact that this social philosphy is not well-known, the last part of the article provides a brief historical survey of how this kind of societal philosophy originated and developed over the course of more than a century.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
43

Lategan, L. O. K. "Is Christelike wetenskap moontlik? ’n Dogmatologies-filosofiese perspektief". HTS Teologiese Studies / Theological Studies 50, nr 4 (23.01.1994). http://dx.doi.org/10.4102/hts.v50i4.2589.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
Is Christian science feasible? A dogmatic-philosophical perspective According to positivism, presuppositions cannot exist in science; therefore, a religious system like Christian science is questionable. But, in agreement with several perspectives - such as contemporary philosophy of science, the religious heart of man, the fundamentals of Dooyeweerd, the structure of knowledge, scientific communication and scientific criticism - the author argues that positivism is defunct, and that facts can never be objective. Therefore, presuppositions do exist in science. A religious system such as Christian science should not be treated with suspicion. The paper concludes with three possible presuppositions in Christian science.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
44

Van der Walt, Barend J. "Die Christelike filosofie van D.H.Th. Vollenhoven (1892–1978): Hoe dit ontstaan en verder ontwikkel het". In die Skriflig/In Luce Verbi 47, nr 1 (29.11.2013). http://dx.doi.org/10.4102/ids.v47i1.80.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
Hierdie artikel is die eerste in ’n reeks van drie wat handel oor die ontstaan van ’n reformatories-Christelike filosofie by D.H.Th. Vollenhoven (1892–1978), H. Dooyeweerd (1894–1977) van Nederland en H.G. Stoker (1899–1993) van Suid-Afrika. As algemene inleiding tot die trilogie word die vraag bespreek hoe hierdie filosofie vandag – 75 jaar na sy ontstaan – nog lewend en relevant kan wees. In hierdie eerste artikel, wat op die bydrae van Vollenhoven gefokus is, word die volgende behandel: (1) Ter inleiding word kortliks inligting oor sy persoonlikheid vermeld. (2) Aangesien veral kenteoretiese probleme in die brandpunt van belangstelling gestaan het ten tye van die geboorte van die reformatoriese filosofie aan die begin van die vorige eeu, volg ’n kort oorsig van hierdie wysgerige landskap. (3) Daarna word die moontlike invloede op Vollenhoven se denke van sowel buite (die sekulêre filosofiese milieu van sy tyd) as van binne(sy geesgenootlike tradisie) bespreek. (4) Die volgende hoofgedeelte vestig die aandag op Vollenhoven se pionierswerk vir sowel die die sistematiese filosofie as die filosofiese historiografie. (5) Dit word gevolg met ’n gedeelte oor hoedanig die nalatenskap van die driemanskap (Vollenhoven, Dooyeweerd en Stoker) deur daaropvolgende generasies ontvang is en hoe die reformatories-filosofiese tradisie verdeeld geraak het in die navolging van Vollenhoven, Dooyeweerd en Stoker. (6) Die verkenning word afgesluit met ’n aanduiding van die noue verbintenis tussen Vollenhoven (sy persoon asook sy filosofie) en Suid-Afrika en in die besonder Potchefstroom.The Christian philosophy of D.H.Th. Vollenhoven (1892–1978): How it originated and was developed. This article is the first in a series of three dealing with the emergence of a reformational-Christian philosophy in the work of D.H.Th. Vollenhoven (1892–1978), H. Dooyeweerd (1894–1977) of the Netherlands and H.G. Stoker (1899–1993) of South Africa. As a general introduction to the trilogy the question is how a tradition, the reformational philosophical tradition in particular, can today – 75 years after its inception – be kept alive and relevant. In this first article, focusing on Vollenhoven’s contribution, the following are dealt with: (1) As introduction, something briefly is said about his personality. (2) Since especially epistemological issues were key problems at the cradle of his reformational philosophy during the first part of the previous century, a brief historical background (up to the present postmodern situation) is provided. (3) The third main section investigates the possible influences on Vollenhoven’s thinking, firstly from outside(the philosophical environment of his times) and, secondly, from inside(preceding congenial thinkers). (4) Next, attention is asked for Vollenhoven’s pioneering contribution to both systematic philosophy as well as the historiography of philosophy. (5) The following part deals with how the work of the triumvirate (Vollenhoven, Dooyeweerd and Stoker) was received by next generations and how the reformational philosophical tradition became divided into followers of Vollenhoven, Dooyeweerd and Stoker. (6) The reconnaissance is concluded with an indication of the close contacts between Vollenhoven as person as well as his philosophy and South Africa, especially Potchefstroom.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
45

van der Walt, Barend. "ʼn Kykie na Kopstukke. Filosofie op Potchefstroom die afgelope eeu (1917-2017), Deel 2: die sisteembouers". Koers - Bulletin for Christian Scholarship 83, nr 1 (październik 2018). http://dx.doi.org/10.19108/koers.83.1.2371.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
A peephole on big guns; philosophy at Potchefstroom during the past century (1917-2017). Part 2: the systematic philosophers While during the last century philosophy played a key-role in shaping the Christian character of the erstwhile Potchefstroom University for Christian Higher Education (now a campus of the North-West University), its history has not yet been documented and published. In a series of four articles the author provides a preliminary reconnaissance and outline to fill this lacuna and to encourage possible further research. A previous article in this journal investigated the philosophers, F. Postma and S.O. Los, and the nature of the philosophies they taught about a hundred years ago (1916) at the Potchefstroom University College (cf. Van der Walt 2017). This first period may be characterised as a time of philosophical reconnoitring. The following hundred years (of about 1916 to 2017) of philosophy can be divided into three main phases: first a time of system-building, followed by a period of philosophical elaboration and finally of reconsideration. This review deals with the second period of system-building (Stoker & Taljaard) while the next will discuss the third period of elaboration (the following philosophers) while the third will review the present critical situation. As the title of the first two contributions suggests, the writer acts as a fly on the wall looking back at the “big guns”, those philosophers who headed the Department (later School) of Philosophy at Potchefstroom, to indicate inter alia what their academic backgrounds, fields of specialisation and publications were. Since all of them shared a commitment to a Christian approach in their philosophising the essay in conclusion focuses on the deepest religious foundations of their thinking. The third article will provide a more detailed critical evaluation of the possible impact of the Christian Reformational philosophical tradition in philosophy at Potchefstroom. SAMEVATTING Die vak Wysbegeerte (later herdoop tot Filosofie) se handvol filosowe het vir die grootste deel van die afgelope eeu belangrike bydraes gelewer in die bepaling van die Christelike karakter van die Potchefstroomse Universiteit vir Christelike Hoër Onderwys. Behalwe min of meer terloopse verwysings na die vak of persone wat dit aangebied het in algemene geskiedenisse van die PUK, is daar egter nog niks oor die geskiedenis van filosofie en die kopstukke daarby betrokke te boek gestel nie. Met enkele hooflyne wil hierdie verkenning in dié leemte voorsien en verdere detailnavorsing stimuleer. In ʼn vorige bydrae (Van der Walt, 2017) is die tydperk van wysgerige verkenning tot ongeveer 1916 met figure soos proff. S.O. Los en F. Postma bekyk. Hierdie bydrae fokus op die bydraes van twee figure gedurende die tweede periode van sistematisering van ʼn Christelike filosofie, Hendrik Gerhardus Stoker (dosent aan die begin van die twintigerjare en vanaf 1936 tot 1964 departementshoof) en Jan Adrian Louw Taljaard (dosent vanaf 1948 en departementshoof vanaf 1965 tot 1974). Wat het hulle akademiese opleiding behels, wat was hulle besondere belangstellings en publikasies? Die artikel word afgesluit met ʼn terugblik op die gemeenskaplike religieuse grondslae van hulle denke. In ʼn volgende (derde) aflewering sal daaropvolgende, latere filosofiese kopstukke bekyk word, verteenwoordigers van ʼn derde periode in die geskiedenis van filosofie op Potchefstroom, naamlik wysgerige uitbouing. Die reeks sal afgesluit word met ʼn vierde en laaste bylae oor die meer resente situasie vanaf ongeveer 2010.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
46

Vorster, J. H. "Waar is God? Relevante insigte in die Westers-Christelike tradisie rakende hedendaagse bevraagtekening van God se teenwoordigheid". HTS Teologiese Studies / Theological Studies 62, nr 1 (17.09.2006). http://dx.doi.org/10.4102/hts.v62i1.343.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
Where is God? Insights in the Western Christian tradition relevant to current questioning of God’s presencepresence Departing from a contemporary question, this article sets out to explore the tradition behind a problem in the modern concept of God. Three historical cross-sections from the tradition, connecting the modern reader with the Old Testament, are presented as summary of the background and development of Christian views of God (focusing on transcendence and immanence as reciprocal concepts). Traditional reflections of this kind utilize a philosophical vocabulary. Accordingly, theology and philosophy exemplify a similar development. A unilinear presentation of insights from the fields of theology and philosophy supports the conviction that all theology is based on some set of what are often are philosophical presuppositions. The aim of this exploration is, firstly, to show that as far as the debate about awareness of God is concerned, the concepts of transcendence and immanence are still highly relevant, and, secondly, to elicit reaction and further debate.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
47

van der Walt, Johannes. "Neoliberalism and education: A reformational-pedagogical perspective (part 1)". Koers - Bulletin for Christian Scholarship 82, nr 1 (3.03.2017). http://dx.doi.org/10.19108/koers.82.1.2275.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
This article forms yet another link in a series of studies and publications from the pens (computers) of South African reformational educationists regarding the so-called –isms deemed to be threats to the Christian (Biblical) orientation to education (including teaching and learning). In this, the first part of the article, a brief overview is given of how these reformational educationists have so far responded to the various “-isms” that they perceived to be threats or challenges to Christian education. This is followed by an attempt to define the concept “neoliberalism” and to indicate what it means in general, and in particular, in the educational context. This part of the article paves the way for a critical analysis of neoliberalism as a “philosophy of education” and of its transcendental preconditions in the second part. Key concepts: liberalism, neoliberalism, education, Christian education, teaching and learning, philosophical preconditions, transcendental foundations Opsomming Die neoliberalisme en opvoeding en onderwys: ‘n reformatories-pedagogiese perspektief (deel 1) Hierdie artikel is ‘n verdere skakel in ‘n reeks studies en publikasies uit die penne (rekenaars) van Suid-Afrikaanse reformatoriese opvoedkundiges wat verband hou met die sogenaamde –ismes wat hulle beskou het as bedreiginge vir die Christelike (Bybelse) siening oor opvoeding (insluitend onderwys in die sin van onderrig en leer). In hierdie deel van die artikel word eerstens ‘n kort oorsig gegee oor hoe die reformatoriese opvoedkundiges tot dusver te werk gegaan het om die “-ismes” wat hulle beskou het as bedreigings vir, of as uitdagings aan die Christelike opvoeding en onderwys, aan die kaak te stel. Dit word gevolg deur ‘n poging om die begrip “neoliberalisme” te omskryf en te stel wat dit breedweg impliseer, veral in ‘n opvoedkundige konteks. Hierdie deel van die artikel berei die weg voor vir ‘n kritiese ontleding van neoliberalisme as ‘n “opvoedingsfilosofie” en van sy transendentale voorwaardes in die tweede deel van die artikel. Kernbegrippe: liberalisme, neoliberalisme, opvoeding, onderwys, Christelike opvoeding en onderwys, onderrig en leer, filosofiese uitgangspunte, transendentale grondslae
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
48

Reydams-Schils, Gretchen. "Christelle Veillard (éd.), Hécaton de Rhodes. Les fragments". Philosophie antique, nr 23 (1.12.2023). http://dx.doi.org/10.4000/philosant.6546.

Pełny tekst źródła
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
49

Van der Walt, B. J. "Die Christelike filosofie van H. Dooyeweerd (1894–1977) soos gerekonstrueer volgens Vollenhoven se probleem-historiese metode". In die Skriflig/In Luce Verbi 47, nr 1 (29.11.2013). http://dx.doi.org/10.4102/ids.v47i1.94.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
Hierdie inleidende, oorsigtelike artikel is die derde in ’n reeks van drie in hierdie tydskrif. Die kort trilogie beoog om die grondleggers van ’n Christelike filosofie, naamlik D.H.Th. Vollenhoven (1892–1978), H.G. Stoker (1899–1993) en H. Dooyeweerd (1894–1977) bekend te stel. In hierdie bydrae word gepoog om die hooftrekke van Dooyeweerd se komplekse filosofiese ontwikkelingsgang te rekonstrueer met behulp van sy Nederlandse kollega, Vollenhoven, se probleem-historiese metode van wysgerige historiografie. Ter inleiding word belangrike agtergrondinligting oor hierdie internasionaal erkende Christelike denker gegee. Daar word ook daarop gewys dat Dooyeweerd en Vollenhoven aan die begin (1918–1922) dieselfde filosofiese standpunt (wat deur Vollenhoven ontwerp is) gehuldig het. Mettertyd het hulle filosofiese paaie egter verskillend ontwikkel en groot verskille het in hulle konsepsies ontstaan. In die tweede gedeelte word eerstens daarop gewys dat Vollenhoven asook verskeie van sy leerlinge lank tevore reeds monargianistiese tendense by Dooyeweerd vermoed het. Sedert 2010 suggereer navorsing dat Dooyeweerd se filosofie oor ’n periode van ongeveer 50 jaar deur ten minste die volgende drie verskillende fases ontwikkel het: 1918–1922 (kritiese realisme), 1923–1928 (semimistiek) en 1929–1977 (monistiese monargianisme). Met hierdie indeling as hipotese word daarna verskillende moontlike invloede op Dooyeweerd van binne die eie geesgenootlike kring sowel as daarbuite nagegaan. Laastens word enkele van sy uitstaande bydraes uitgelig. Op grond van ’n terugblik van al drie die bydraes in hierdie reeks, word ten slotte enkele opmerkings ten opsigte van die pad vorentoe gemaak.This introductory overview is the third in a series of three in this journal. The aim of this trilogy is to introduce the founders of a Christian philosophy, viz. D.H.Th. Vollenhoven (1892–1978), H.G. Stoker (1899–1993) and H. Dooyeweerd (1994–1977) to the readers. The present article tries to reconstruct the contours of the complex philosophical development of Dooyeweerd by employing the problem-historical method of philosophical historiography of his colleague, Vollenhoven. The introduction provides important background information about this internationally acclaimed scholar. It is indicated that at the emergence of a reformational philosophy (1918–1922) these two thinkers shared a viewpoint mainly developed by Vollenhoven. Afterwards, however, their philosophical journeys developed in different directions, distinct from each other. A second section of the article draws attention to the fact that since long ago Vollenhoven and some of his followers suspected monarchian tendencies in Dooyeweerd’s thinking. Since 2010 new research suggests that his philosophy developed during a period of about 50 years through at least the following three phases: 1918–1922 (critical realism), 1923–1928 (semi-mysticism) and 1929–1977 (monistic monarchianism). This hypothesis about Dooyeweerd’s philosophical development enables a next (third) step, viz. to trace the possible internal influences (from his like-minded predecessors) as well as external (secular) ones on the formation of his thought. A following (fourth) part provides a few highlights of his contribution to Christian scholarship. Finally, in retrospection on all three articles, this contribution is concluded with a few remarks about the road ahead.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
50

Santrac, Aleksandar S. "Three I know not what:The influence of Greek philosophy on the doctrine of Trinity". In die Skriflig/In Luce Verbi 47, nr 1 (29.11.2013). http://dx.doi.org/10.4102/ids.v47i1.719.

Pełny tekst źródła
Streszczenie:
This article examines the origins of the traditional or orthodox Trinitarian formula. The main objective is to clarify to what extent the traditional Christian doctrine of the Trinity (Nicene formula) has been influenced by Greek philosophy. Through contemporary theological dialogue on this issue, the research focuses on the comparison between the traditional formulation of the doctrine of Trinity, influenced by Greek philosophy and the biblical revelation of the godhead. The conclusion is that the trinitarian formula might not be a dogmatic teaching, but a mystery (a dehellenisation of the concept of Trinity) and that the Church fathers and the post-Nicene church used the Greek philosophical-theological expressions for Trinity, already present in Scriptures in its doxological and liturgical form, primarily for the purpose of contextualisation.Hierdie artikel ondersoek die oorsprong van die tradisionele of ortodokse trinitariese leerstuk. Die hoofdoel is om uit te vind tot watter mate die tradisioneel Christelike leer oor die Drie-eenheid (Niceense formule) deur die Griekse filosofie beïnvloed is. Deur die hedendaagse teologiese debat oor hierdie onderwerp na te gaan, fokus die navorsing op ’n vergelyking tussen die tradisionele formulering van die leer van die Drie-eenheid soos beïnvloed deur die ortodokse Griekse filosofie en deur die bybelse openbaring van die godheid. Die slotsom waartoe gekom word, is dat die trinitariese formule moontlik nie ’n dogmatiese leerstuk was nie, maar ’n misterie (’n dehellenisering van die Drie-eenheidsbegrip). Die kerkvaders en die post-Niceense kerk het die Griekse filosofies-teologiese uitdrukkings vir die Drie-eenheid, wat alreeds in die Skrif in sy doksologiese en liturgiese vorm voorgekom het, moontlik slegs vir die doel van kontekstualisering gebruik.
Style APA, Harvard, Vancouver, ISO itp.
Oferujemy zniżki na wszystkie plany premium dla autorów, których prace zostały uwzględnione w tematycznych zestawieniach literatury. Skontaktuj się z nami, aby uzyskać unikalny kod promocyjny!

Do bibliografii