Journal articles on the topic 'Universiteit van Tilburg'

To see the other types of publications on this topic, follow the link: Universiteit van Tilburg.

Create a spot-on reference in APA, MLA, Chicago, Harvard, and other styles

Select a source type:

Consult the top 17 journal articles for your research on the topic 'Universiteit van Tilburg.'

Next to every source in the list of references, there is an 'Add to bibliography' button. Press on it, and we will generate automatically the bibliographic reference to the chosen work in the citation style you need: APA, MLA, Harvard, Chicago, Vancouver, etc.

You can also download the full text of the academic publication as pdf and read online its abstract whenever available in the metadata.

Browse journal articles on a wide variety of disciplines and organise your bibliography correctly.

1

Hak, Durk. "In gesprek met Staf Hellemans." Religie & Samenleving 14, no. 3 (September 1, 2019): 294–97. http://dx.doi.org/10.54195/rs.11566.

Full text
Abstract:
Op vrijdag 24 mei jongstleden sprak Staf Hellemans (1953) zijn peroratie uit in Tilburg op de Tilburg School of Catholic Theology. Hij was na 23 jaar hoogleraarschap godsdienstsociologie uitgediend. Zijn eerste benoeming was in 1996 aan de Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht (KTU). Toen die KTU in 2007 fuseerde met de Theologische faculteit van Tilburg tot de Tilburg School of Catholic Theology (een door het Vaticaan en de Nederlandse bisschoppenconferentie erkende instelling, een ‘roomse’ faculteit dus) bleef hij als hoogleraar werkzaam bij de gefuseerde faculteit. Met zijn peroratie getiteld De grote transformatie van religie en van de katholieke kerk nam hij formeel afscheid van ‘Tilburg’
APA, Harvard, Vancouver, ISO, and other styles
2

Polder, Johan, Albert Wong, Bram Wouterse, and Lany Slobbe. "Gezondheidseconomie van de vergrijzing. Universiteit van Tilburg, Juni 2012." Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie 43, no. 4 (September 2012): 180. http://dx.doi.org/10.1007/s12439-012-0028-7.

Full text
APA, Harvard, Vancouver, ISO, and other styles
3

Bevers, P. J. "Peter Bevers winnaar studentenaward." Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 84, no. 12 (December 1, 2010): 598. http://dx.doi.org/10.5117/mab.84.13878.

Full text
Abstract:
In 2009 startte de redactie met het initiatief om een studentenaward uit te loven. Masterstudenten werden uitgedaagd om op basis van hun afstudeerscriptie een voor het MAB geschikt artikel te schrijven. Hieraan was een geldprijs verbonden van € 2000 voor de winnaar en € 500 voor elk gepubliceerd artikel. Ten minste vijf bijdragen dienden te worden geplaatst alvorens de award zou worden toegekend. De redactie ontving in 2009 slechts drie artikelen, waarvan er twee zijn geplaatst. In 2010 ontving de redactie opnieuw drie bijdragen, die alle zijn geplaatst. Na rijp beraad heeft de redactie besloten om de prijs toe te kennen aan Peter Bevers (cum laude afgestudeerd aan de Universiteit van Tilburg). De titel van zijn bijdrage is ‘De gevolgen van IFRS voor de cost of equity capital: Een studie voor Nederland’. De redactie is van mening dat het een goed geschreven artikel is over een actueel onderwerp, dat relevant is voor de doelgroep van het MAB. Ook is van belang dat het artikel reeds bij het indienen van een zodanige kwaliteit was dat er weinig aanpassingen noodzakelijk waren om tot plaatsing te kunnen overgaan. Het artikel is gepubliceerd in MAB 3/2009 (zie www.mab-online.nl).
APA, Harvard, Vancouver, ISO, and other styles
4

Verkerk, Maarten J. "CRITICAL STUDY:DE ORATIE VAN JOHAN J. GRAAFLAND." Philosophia Reformata 68, no. 1 (December 2, 2003): 77–85. http://dx.doi.org/10.1163/22116117-90000276.

Full text
Abstract:
In 2001 hield Johan J. Graafland zijn oratie Maatschappelijk ondernemen: analyse, verantwoording en fundering. Hiermee aanvaardde hij het ambt van bijzonder hoogleraar Economie, Onderneming en Ethiek aan de Universiteit van Tilburg. Graag wil ik Johan Graafland van harte feliciteren met zijn benoeming. Ik ervaar het toch steeds weer als een bijzondere zegen als christenen zo’n positie mogen bezetten. Ik wens hem veel vruchten toe op zijn arbeid. Op de nieuwjaarsconferentie 2002 van de Vereniging voor Reformatorische Wijsbegeerte heeft Graafland een lezing gegeven waarin hij enkele momenten uit zijn oratie toelichtte. Op die conferentie mocht ik als co-referent optreden. De week voorafgaande aan de conferentie was ik voor een zakenreis in Taiwan. Ik kwam vrijdagsavonds weer in Nederland terug. Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden kreeg ik ook toen pas de tekst van de oratie van Graafland in handen. De tijd was voor mij te kort — en de onvermijdelijke jet-lag werkt dan ook niet mee — om de oratie goed te bestuderen en op vruchtbare wijze te kunnen reageren. Ik had geen andere mogelijkheid dan een ‘eigen’ verhaal te houden (een verkorte versie van een artikel dat ik zojuist voor Beweging had geschreven). Graag wil ik nu van de gelegenheid gebruik maken om inhoudelijk op de oratie van Graafland in te gaan.
APA, Harvard, Vancouver, ISO, and other styles
5

Bakels, Jet, Robert Layton, J. M. S. Baljon, Herman L. Beck, R. H. Barnes, J. D. M. Platenkamp, Hans Borkent, et al. "Book Reviews." Bijdragen tot de taal-, land- en volkenkunde / Journal of the Humanities and Social Sciences of Southeast Asia 148, no. 3 (1992): 529–58. http://dx.doi.org/10.1163/22134379-90003150.

Full text
Abstract:
- Jet Bakels, Robert Layton, The anthropology of art. Cambridge: Cambridge University Press, 1991, 258 pp. - J.M.S. Baljon, Herman Leonard Beck, De Islam in Nederland: Romancing religion? [Inaugurele rede theologische faculteit Tilburg 14.2.1992.] Tilburg: Tilburg University Press 1992. - R.H. Barnes, J.D.M. Platenkamp, North Halmahera: Non-Austronesian Languages, Austronesian cultures?, Lecture presented to the Oosters Genootschap in Nederland at Leiden on 23 May 1989, Leiden: Oosters Genootschap in Nederland, 1990. 33 pp. - Hans Borkent, Directory of Southeast Asianists in the Pacific Northwest. Compiled by: Northwest Regional Consortium for Southeast Asian Studies. Seattle, WA: University of Washington [et al.], 1990. 108 pp. - Roy Ellen, Frans Hüsken, Cognation and social organization in Southeast Asia. Verhandelingen van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde 145. Leiden: KITLV Press, 1991, 221 pp. figs. tables, index., Jeremy Kemp (eds.) - C. de Jonge, Huub J.W.M. Boelaars, Indonesianisasi. Het omvormingsproces van de katholieke kerk in Indonesië tot de Indonesische katholieke kerk, Kerk en Theologie in Context, 13, Kampen: Kok, 1991, ix + 472 pp. - Nico de Jonge, Gregory Forth, Space and place in eastern Indonesia, University of Kent at Canterbury, Centre of South-east Asian Studies (Occasional Paper no. 16) 1991. 85 pp., ills. - J. Kommers, Bernard Juillerat, Oedipe chasseur. Une mythologie du sujet en Nouvelle-Guinée, P.U.F., Le fil rouge, section 1 Psychanalyse. Paris, 1991. - Gerco Kroes, Signe Howell, Society and cosmos, the Chewong of Peninsular Malaysia, University of Chicago Press, 1989, xv + 294 pp. - Daniel S. Lev, S. Pompe, Indonesian Law 1949-1989: A bibliography of foreign-language materials with brief commentaries on the law, Van Vollenhoven Institute for Law and Administration in Non-Western Countries. Nijhoff, 1992. - A. M. Luyendijk-Elshout, H. den Hertog, De militair geneeskundige verzorging in Atjeh, 1873-1904. Amsterdam, Thesis Publishers, 1991. - G.E. Marrison, Wolfgang Marschall, The Rejang of South Sumatra. Hull: Centre for South-east Asian Studies, 1992, iii + 93 pp., ill. (Occasional Papers no. 19: special issue)., Michele Galizia, Thomas M. Psota (eds.) - Harry A. Poeze, Marijke Barend-van Haeften, Oost-Indie gespiegeld; Nicolaas de Graaff, een schrijvend chirurgijn in dienst van de VOC. Zutphen: Walburg Pers, 1992, 279 pp. - Ratna Saptari, H. Claessen, Het kweekbed ontkiemd; Opstellen aangeboden aan Els Postel. Leiden: VENA, Faculty of Social Sciences, University of Leiden, P.O. Box 9555, 2300 RA., M. van den Engel, D. Plantenga (eds.) - Jerome Rousseau, James J. Fox, The heritage of traditional agriculture among the western Austronesians. Occasional paper of the department of Anthropology. Comparitive Austronesian Project. Research school of Pacific studies. Australian National University, Canberra, Australia, 1992. 89 pp. - Oscar Salemink, Gehan Wijeyewardene, Ethnic groups acrss National boundaries in mainland Southeast Asia. Singapore 1990, Institute of Southeast Asian studies (Social issues in Southeast Asia series). x + 192 pp. - Henk Schulte Nordholt, U. Wikan, Managing turbulent hearts. A Balinese formula for living, Chicago: University of Chicago Press. 1990, xxvi + 343 pp. photos. - Mary Somers Heidhues, Claudine Salmon, Le moment ‘sino-malais’ de la litterature indonesienne. [Cahier d’Archipel 19.] Paris: Association Archipel, 1992. - Heather Sutherland, J.N.F.M. à Campo, Koninklijke Paketvaart Maatschappij; Stoomvaart en staatsvorming in de Indonesische archipel 1888-1914, Hilversum: Verloren, (Erasmus Universiteit Rotterdam, Publikaties van de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen III), 1992, 756 pp., tables, graphics, photographs. - Gerard Termorshuizen, Robin W. Winks, Asia in Western fiction. Honolulu: University of Hawaii Press, 1990. x + 229 pp., James R. Rush (eds.) - John Verhaar, Lourens de Vries, The morphology of Wambon of the Irian Jaya Upper-Digul area. Leiden: KITLV Press, 1992, xiv + 98 pp., Robinia de Vries-Wiersma (eds.) - Maria van Yperen, Cornelia N. Moore, Translation East and West: A cross-cultural approach, Honolulu: University of Hawaii Press. xxv + 259 pp., Lucy Lower (eds.) - Harvey Whitehouse, Klaus Neumann, Not the way it really was: constructing the Tolai past. Honolulu: University of Hawaii Press, 1992.
APA, Harvard, Vancouver, ISO, and other styles
6

Noordegraaf, L. "J.F.E. Bläsing, H.H. Vleesenbeek, Van Amsterdam naar Tilburg en toch weer terug. Opstellen aangeboden aan dr. Joh. de Vries ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar economische geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Brabant op 16 oktober 1992." BMGN - Low Countries Historical Review 109, no. 3 (January 1, 1994): 456. http://dx.doi.org/10.18352/bmgn-lchr.3875.

Full text
APA, Harvard, Vancouver, ISO, and other styles
7

KITLV, Redactie. "Book reviews." New West Indian Guide / Nieuwe West-Indische Gids 66, no. 3-4 (January 1, 1992): 249–318. http://dx.doi.org/10.1163/13822373-90002001.

Full text
Abstract:
-Jay B. Haviser, Jerald T. Milanich ,First encounters: Spanish explorations in the Caribbean and the United States, 1492-1570. Gainesville FL: Florida Museum of Natural History & University Presses of Florida, 1989. 221 pp., Susan Milbrath (eds)-Marvin Lunenfeld, The Libro de las profecías of Christopher Columbus: an en face edition. Delano C. West & August Kling, translation and commentary. Gainesville FL: University of Florida Press, 1991. x + 274 pp.-Suzannah England, Charles R. Ewen, From Spaniard to Creole: the archaeology of cultural formation at Puerto Real, Haiti. Tuscaloosa AL; University of Alabama Press, 1991. xvi + 155 pp.-Piero Gleijeses, Bruce Palmer Jr., Intervention in the Caribbean: the Dominican crisis of 1965. Lexington KY: University Press of Kentucky, 1989.-Piero Gleijeses, Herbert G. Schoonmaker, Military crisis management: U.S. intervention in the Dominican Republic, 1965. Westport CT: Greenwood Press, 1990. 152 pp.-Jacqueline A. Braveboy-Wagner, Fitzroy André Baptiste, War, cooperation, and conflict: the European possessions in the Caribbean, 1939-1945. Westport CT: Greenwood Press, 1988. xiv + 351 pp.-Peter Meel, Paul Sutton, Europe and the Caribbean. London: Macmillan Caribbean, 1991. xii + 260 pp.-Peter Meel, Betty Secoc-Dahlberg, The Dutch Caribbean: prospects for democracy. New York: Gordon and Breach, 1990. xix + 333 pp.-Michiel Baud, Rosario Espinal, Autoritarismo y democracía en la política dominicana. San José, Costa Rica: Ediciones CAPEL, 1987. 208 pp.-A.J.G. Reinders, J.M.R. Schrils, Een democratie in gevaar: een verslag van de situatie op Curacao tot 1987. Assen, Maastricht: Van Gorcum, 1990. xii + 292 pp.-Andrés Serbin, David W. Dent, Handbook of political science research on Latin America: trends from the 1960s to the 1990s. Westport CT: Greenwood, 1990.-D. Gail Saunders, Dean W. Collinwood, The Bahamas between worlds. Decatur IL: White Sound Press, 1989. vii + 119 pp.-D. Gail Saunders, Dean W. Collinwood ,Modern Bahamian society. Parkersburg IA: Caribbean Books, 1989. 278 pp., Steve Dodge (eds)-Peter Hulme, Pierrette Frickey, Critical perspectives on Jean Rhys. Washington DC: Three Continents Press, 1990. 235 pp.-Alvina Ruprecht, Lloyd W. Brown, El Dorado and Paradise: Canada and the Caribbean in Austin Clarke's fiction. Parkersburg IA: Caribbean Books, 1989. xv + 207 pp.-Ineke Phaf, Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985: een documentatie. Paramaribo: Uitgeverij de Volksboekwinkel, 1987. 406 pp.-Genevieve Escure, Barbara Lalla ,Language in exile: three hundred years of Jamaican Creole. Tuscaloosa AL: University of Alabama Press, 1990. xvii + 253 pp., Jean D'Costa (eds)-Charles V. Carnegie, G. Llewellyn Watson, Jamaican sayings: with notes on folklore, aesthetics, and social control.Tallahassee FL: Florida A & M University Press, 1991. xvi + 292 pp.-Donald R. Hill, Kaiso, calypso music. David Rudder in conversation with John La Rose. London: New Beacon Books, 1990. 33 pp.-Mark Sebba, John Victor Singler, Pidgin and creole tense-mood-aspect systems. Amsterdam and Philadelphia: John Benjamins, 1990. xvi + 240 pp.-Dale Tomich, Pedro San Miguel, El mundo que creó el azúcar: las haciendas en Vega Baja, 1800-873. Río Piedras, Puerto Rico: Ediciones Huracán, 1989. 224 pp.-César J. Ayala, Juan José Baldrich, Sembraron la no siembra: los cosecheros de tabaco puertorriqueños frente a las corporaciones tabacaleras, 1920-1934. Río Piedras, Puerto Rico: Ediciones Huracán, 1988.-Robert Forster, Jean-Michel Deveau, La traite rochelaise. Paris: Kathala, 1990. 334 pp.-Ernst van den Boogaart, Johannes Menne Postma, The Dutch in the Atlantic slave trade, 1600-1815. Cambridge: Cambridge University Press, 1990. xiv + 428 pp.-W.E. Renkema, T. van der Lee, Plantages op Curacao en hun eigenaren (1708-1845): namen en data voornamelijk ontleend aan transportakten. Leiden, the Netherlands: Grafaria, 1989. xii + 87 pp.-Mavis C. Campbell, Wim Hoogbergen, The Boni Maroon wars in Suriname. Leiden, the Netherlands: E.J. Brill, 1990. xvii + 254 pp.-Rafael Duharte Jiménez, Carlos Esteban Dieve, Los guerrilleros negros: esclavos fugitivos y cimarrones en Santo Domingo. Santo Domingo: Fundación Cultural Dominicana, 1989. 307 pp.-Rosemarijn Hoefte, Hans Ramsoedh, Suriname 1933-1944: koloniale politiek en beleid onder Gouverneur Kielstra. Delft, the Netherlands: Eburon, 1990. 255 pp.-Gert Oostindie, Kees Lagerberg, Onvoltooid verleden: de dekolonisatie van Suriname en de Nederlandse Antillen. Tilburg, the Netherlands: Instituut voor Ontwikkelingsvraagstukken, Katholieke Universiteit Brabant, 1989. ii + 265 pp.-Aisha Khan, Anthony de Verteuil, Eight East Indian immigrants. Port of Spain: Paria, 1989. xiv + 318 pp.-John Stiles, Willie L. Baber, The economizing strategy: an application and critique. New York: Peter Lang, 1988. xiii + 232 pp.-Faye V. Harrison, M.G. Smith, Poverty in Jamaica. Kingston: Institute of social and economic research, 1989. xxii + 167 pp.-Sidney W. Mintz, Dorian Powell ,Street foods of Kingston. Mona, Jamaica: Institute of social and economic research, 1990. xii + 125 pp., Erna Brodber, Eleanor Wint (eds)-Yona Jérome, Michel S. Laguerre, Urban poverty in the Caribbean: French Martinique as a social laboratory. New York: St. Martin's Press, 1990. xiv + 181 pp.
APA, Harvard, Vancouver, ISO, and other styles
8

Ottenheijm, Eric. "De parabels van Jezus en van de Rabbijnen als ‘media’ van Tora." NTT Journal for Theology and the Study of Religion 71, no. 2 (May 18, 2017): 114–29. http://dx.doi.org/10.5117/ntt2017.71.114.otte.

Full text
Abstract:
Abstract This study provides the outline of the Research Project ‘Parables and the Partings of the Ways’, a comparative reading of Rabbinic and synoptic parables (Utrecht and Tilburg Universities, 2014‐2019). It delineates the status quaestionis of comparative parable research, focusses on issues of form and rhetoric of parables and argues a multi-faceted methodology to study parables as religious media or ‘sensational forms’ in several contexts of teaching Torah. The development of the genre may also attest to the growth and separation of Christianity and Rabbinic Judaism.
APA, Harvard, Vancouver, ISO, and other styles
9

Schijf, H. "Boekbespreking - Jaarrapport Integratie 2008. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek, 2008, 273 pp. ISBN 978 90 357 2057 2Maurice Crul & Liesbeth Heering (eds.). The Position of the Turkish and Moroccan Second Generation in Amsterdam and Rotterdam. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2008, 189 pp. ISBN 978 90 8964 061 1Han Entzinger & Edith Dourleijn. De lat steeds hoger. De leefwereld van jongeren in een multi-etnische stad. Assen: Van Gorcum, 2008, 174 pp. ISBN 978 90 232 4402 8Artwell Cain. Social mobility of ethnic minorities in the Netherlands. The peculiarities of social class and ethnicity. Dissertatie Universiteit van Tilburg. Handelsuitgave: Delft: Eburon Academic Publishers, 2007, 211 pp. ISBN 978 90 5972 223 1." Mens en maatschappij 84, no. 1 (March 1, 2009): 111–18. http://dx.doi.org/10.5117/mem2009.1.schi.

Full text
APA, Harvard, Vancouver, ISO, and other styles
10

Sergeant, Sofie. "Samen werken, samen leren: een hefboom voor echte dialoog en samenwerking tussen onderzoekers en ervaringsdeskundigen." KWALON 24, no. 2 (June 1, 2019). http://dx.doi.org/10.5117/2019.024.002.004.

Full text
Abstract:
Sinds 2016 ben ik als onderzoeker betrokken bij het onderzoeksnetwerk ‘Samen werken, samen leren’, samen met Henriëtte Sandvoort (LFB), Alice Schippers (DSiN), Geert Van Hove (UGent, VU Amsterdam) en Petri Embregts, Elsbeth Taminiau en Kim van den Bogaard van Tranzo, Universiteit Tilburg. Vanuit dit project ontwikkelen Henriëtte Sandvoort (LFB) en ikzelf training, coaching en intervisie – de zogenaamde Cabriotraining – voor de verschillende participatieve onderzoeksprojecten binnen het ZonMw-programma Gewoon Bijzonder, Nationaal Programma Gehandicapten (NPG).
APA, Harvard, Vancouver, ISO, and other styles
11

Benders, Jos. "Over disciplinaire hokjes en bedrijfskunde." Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 25, no. 3 (September 1, 2009). http://dx.doi.org/10.5117/2009.025.003.008.

Full text
Abstract:
Ergens heb ik een doctoraalbul liggen waarop vermeld staat dat ik (in Tilburg) economie heb gestudeerd. Degenen die daarin verder zijn gegaan, zullen mij echter niet als econoom her- en erkennen. Mijn specialisatie was namelijk bedrijfseconomie (wat al suspect is), en mijn afstudeerrichting iets van organisatiekunde (dat is nog erger). Deze ziel doolde verder in wetenschapsland door met een promotieproject te beginnen. Dat begon als bedrijfseconoom, en werd formeel beëindigd als beleidswetenschapper (wat dat is, weet ik nog steeds niet). Dat was in Nijmegen, waar ik deel ging uitmaken van een club die iets van Bedrijfs- en bestuurskunde heette, maar al snel werd gesplitst in bedrijfs- en bestuurskunde. Mijn thuishaven werd de vakgroep?, sectie?, afdeling? Bedrijfskunde, later herdoopt tot bedrijfswetenschappen (ik geloof niet dat ik in Nijmegen langer dan drie jaar een zelfde visitekaartje heb gehouden; het is er een continue herverbouw). Eind december 2006 belandde ik dan op een leerstoeltje bij het departement Organisatiewetenschappen van de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Tilburg. Kortom: nu ik deel heb uitgemaakt van allerlei verschillende disciplines bevind ik me klaarblijkelijk in een goede uitgangspositie om te voldoen aan het verzoek van TvA om een, uiteraard volstrekt subjectieve, column over bedrijfskunde te schrijven.
APA, Harvard, Vancouver, ISO, and other styles
12

"Boekenrubriek." Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 26, no. 2 (June 1, 2010). http://dx.doi.org/10.5117/2010.026.002.011.

Full text
Abstract:
Leren, flexibiliteit en innovatie lijken geen kenmerken die vaak met militaire organisaties worden geassocieerd. Zo verzuchtte de Britse generaal en militair historicus J.F.C. Fuller in zijn memoires: 'The soldier is the most conservative creature on earth. It is really dangerous to give him an idea, because he will not adopt it until it is obsolete, and then will not abandon it until it has nearly destroyed him.' Maar schijn bedriegt: een 'lerend leger' is zeer wel mogelijk. Zo wordt althans betoogd in het proefschrift waarop Tom Bijlsma, universitair docent aan de KMA en reserve majoor bij de landmacht, op 6 november 2009 promoveerde aan de Universiteit van Tilburg.
APA, Harvard, Vancouver, ISO, and other styles
13

de Nijs, Willem. "Jules van Dijck 1937-2013." Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 29, no. 4 (December 1, 2013). http://dx.doi.org/10.5117/2013.029.004.456.

Full text
Abstract:
Op 3 oktober 2013 is prof. dr. Jules van Dijck onverwachts overleden. Met hem is een van de pioniers op het gebied van de arbeids- en organisatiesociologie in Nederland heengegaan. Tussen zijn benoeming als hoogleraar in 1973 aan de toenmalige Katholieke Hogeschool Tilburg (nu Universiteit van Tilburg) en zijn afscheid in 2001 heeft hij over een periode van meer dan 25 jaar een grote stempel gedrukt op het intellectuele en wetenschappelijke klimaat binnen de faculteit der sociaal-culturele wetenschappen aldaar, maar ook ver daarbuiten. In zijn werk heeft hij zich sterk laten beïnvloeden door de Franse intellectuele traditie. Dat hij zijn studie sociologie van arbeid en bedrijf te Nijmegen heeft gecompleteerd met een studie aan de Parijse Sorbonne, is een wapenfeit dat door hemzelf vaak met enige gepaste trots terloops in een gesprek werd vermeld. Dat hij aan de Sorbonne verbleef juist in de hoogtijdagen van de Franse arbeids- en organisatiesociologie, kan achteraf toeval zijn geweest: het neemt niet weg dat zijn wetenschapsoriëntatie sterk is gekleurd door de wijze waarop Franse sociologen als Friedmann, Crozier, Touraine en vele anderen hun vak beoefenden. Met hen deelde hij de houding om vraagstukken in brede en liefst grote perspectieven te plaatsen, analyses liever in debat te presenteren dan in zorgvuldig strak gecomponeerde teksten en om arbeids- en organisatieproblemen als een onderdeel te beschouwen van grote maatschappelijke transformatieprocessen. Net als zijn Franse voorbeelden was hij verliefd op het woord en het spreken. Wie hem als docent of spreker op congressen en andere bijeenkomsten heeft meegemaakt, weet hoe hij tijdens het spreken zichzelf warm draaide en om een Lubberiaanse uitdrukking te gebruiken al ‘pratende weg’ nieuwe redeneringen en ideeën ontwikkelde. Ook in de ontwikkeling van zijn wetenschappelijke werk komt die Franse houding sterk naar voren. Zijn eerste publicaties zijn met onderwerpen als vervreemding, arbeidskwalificaties en arbeidsoriëntaties welhaast klassiek arbeidssociologisch. Maar gaandeweg wordt het perspectief steeds ruimer opgerekt naar het niveau van organisatie en maatschappij om ten slotte het eindpunt te vinden op supranationaal en internationaal vergelijkend niveau. Neen, Van Dijck was niet de man die zich liet opsluiten in ‘enge’ aan het specialisme gebonden perspectieven. Ditzelfde geldt min of meer voor de inhoudelijke thema’s waarop hij zijn wetenschappelijke belangstelling richtte. Wie naar zijn omvangrijke publicatielijst kijkt, raakt onder de indruk van de enorme verscheidenheid aan onderwerpen en onderzoeksthema’s. Ook dit maakt het moeilijk Jules van Dijck inhoudelijk te typeren. Wat was hij nu, arbeidssocioloog, bedrijfs- c.q. organisatiesocioloog of beoefende hij toch meer de algemene sociologie of is het toch niet de economische sociologie? Het enige constante in zijn werk is wel dat hij de thema’s vanuit een sociaalwetenschappelijk perspectief bestudeerde, de theoretische kaders daarbij vaak bewust zocht op het snijvlak van de verschillende sociologische en soms ook economische deeldisciplines, en dat zijn thema’s heel sterk door de maatschappelijke en politieke actualiteit werden gevoed. Binnen de verscheidenheid aan onderwerpen laat zich overigens wel een aantal hoofdlijnen onderkennen, waarbij ook steeds enige sleutelpublicaties kunnen worden genoemd die in Nederland de toon hebben gezet.
APA, Harvard, Vancouver, ISO, and other styles
14

Gründemann, Rob. "Ben Fruytier 1950-2014." Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 30, no. 3 (September 1, 2014). http://dx.doi.org/10.5117/2014.030.003.20148.

Full text
Abstract:
Op 28 juli 2014 is Ben Fruytier overleden. Hij was lector Organisatieconfiguraties en Arbeidsrelaties bij het Kenniscentrum Sociale Innovatie (KSI) van Hogeschool Utrecht (HU). Tevens was hij als universitair hoofddocent werkzaam bij de Faculteit der Managementwetenschappen van de Radboud Universiteit (RU Nijmegen). Aan deze universiteit heeft hij arbeid- en organisatiesociologie gestudeerd en is hij cum laude afgestudeerd. Hij was leerling van Ulbo de Sitter en heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de verdere ontwikkeling en toepassing van de sociotechniek in Nederland. In 1987 heeft hij de werkgroep Productie Organisatie en SocioTechniek (‘POST-groep’) opgericht, waarin wetenschappers, organisatieadviseurs en stafmedewerkers van bedrijven en vakbonden werkten aan de professionalisering van het vak van (sociotechnische) organisatieverandering. Zijn hele loopbaan heeft hij zich beziggehouden met veranderingen in arbeidsorganisaties. In 1994 promoveerde hij op het proefschrift Organisatieverandering en het probleem van baron van Münchhausen over de paradox van de organisatie die wil veranderen, maar waar het gebrek aan verandervermogen juist de kern van het probleem is. Daarbij is Ben ook ingegaan op de rol van de externe adviseur. Het is van belang dat deze voldoende afstand van de organisatie weet te houden. Zoals Ben op zijn website verwoordt: Door op enige afstand naar de situatie te kijken, mensen aan het denken te zetten en net op het juiste moment de juiste kennis en hulpmiddelen aan te reiken. Die kennis en hulpmiddelen betreffen nooit het veranderen zelf; dat is aan de organisatie. Het gaat erom de voorwaarden te scheppen waaronder verandering tot stand kan komen. Dit is ook de manier waarop Ben zelf graag opereerde. Hij heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het HRM-beleid in het hoger onderwijs en in de ouderenzorg. Vanaf 1990 heeft Ben gewerkt aan het HRM-beleid van universiteiten.Dat is begonnen met een project voor het ministerie van OCW. Later heeft hij samen met Marian Thunnissen van de HU en Marieke van den Brink van de RU Nijmegen onderzocht hoe universiteiten hun talentvolle onderzoekers binden en boeien. In dit project is het beleid van universiteiten, gericht op de werving, selectie en loopbaanbegeleiding van jonge talentvolle wetenschappers, onderzocht. Uit het onderzoek bleek dat universiteiten goed op weg zijn met het talentbeleid, maar dat dit beleid nog hiaten vertoont. Er bleek bijvoorbeeld onvoldoende duidelijkheid over de carrièreperspectieven binnen de eigen organisatie. Ben heeft Marian gestimuleerd om het thema van het onderzoek in de vorm van een proefschrift uit te werken. Dit proefschrift is momenteel vrijwel afgerond.Toen Ben in 2007 lector werd bij de HU, is hij zich ook gaan bezighouden met de ontwikkeling van het HRM-beleid in het HBO. Oorspronkelijk wilde hij met andere HRM-lectoren een landelijk onderzoek doen naar professionalisering van HBO-docenten. Toen daar onvoldoende respons op kwam, is Ben op de eigen hogeschool hiermee doorgegaan. Tussen 2009 en 2011 heeft hij samen met Ben van Schijndel onderzoek gedaan naar de samenhang van teamkwaliteit en onderwijskwaliteit. Daarbij hebben zij onder andere gekeken naar de werkwijze van docententeams, de interacties tussen teams, de betekenis van teams in de professionalisering van docenten, het leidinggeven aan docententeams en de werkbeleving van docenten (kwaliteit van de arbeid). Vervolgens heeft hij samen met Paul Dijkstra en mij gewerkt aan het project Focus op onderwijs in de professionele ruimte, dat als doel had docententeams op een hoger niveau van professionaliteit en zelfsturing te laten functioneren en op deze wijze de onderwijskwaliteit, studenttevredenheid en medewerkerstevredenheid te verbeteren. Negentien docententeams hebben in dit project de ruimte en de begeleiding gekregen om als team te werken aan een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het onderwijs.Ben heeft zich ook beziggehouden met de werkdruk van docenten in het HBO. Samen met Jac Christis (lector bij de HAN) heeft hij daartoe een specifiek werkdrukinstrument ontwikkeld voor het HBO, te weten Wehbo (Werkdruk in het HBO). Dit instrument brengt de oorzaken van werkstress onder medewerkers in het HBO in beeld. Daarbij gaat het vooral om oorzaken die liggen in de arbeidsorganisatie, ofwel de manier waarop het werk verdeeld en georganiseerd is. Door de oorzaken van een te hoge werkdruk te identificeren kunnen medewerkers en leidinggevenden gericht op zoek gaan naar de juiste maatregelen om de werkdruk te verminderen.Tevens heeft Ben de afgelopen jaren het vraagstuk van de organisatievernieuwing van de ouderenzorg op de kaart gezet. Voorbeelden hiervan zijn het artikel met Han Noten over de problemen in de ouderenzorg in het tijdschrift Socialisme en Democratie in 2011 en zijn lezing voor de brancheorganisatie voor de zorg (Actiz) over de toekomst van de ouderenzorg in 2010. In datzelfde jaar is hij door Actiz gevraagd om een nieuw zorgorganisatiemodel te ontwikkelen dat een positief effect zou hebben op de kwaliteit van de zorg, het werk en de bedrijfsvoering en om deze ervaringen na afloop van het onderzoek breder in de sector te verspreiden. Dit onderzoek heeft Ben samen met Anneke Offereins bij Brabantzorg uitgevoerd. Zij hebben ervoor gekozen om dit model niet van bovenaf te ontwerpen, maar met de medewerkers aan de slag te gaan. Zij hebben de medewerkers in de ouderenzorg de ruimte gegeven nieuwe organisatievormen te bedenken en op de werkvloer te implementeren. Op basis van het onderzoek is de Handreiking sociale innovatie in de ouderenzorg ontwikkeld, met een veelheid aan instrumenten en hulpmiddelen waarmee zorgorganisaties hun eigen proces van vernieuwing kunnen opstarten. ActiZ heeft deze handleiding aan alle organisaties in de ouderenzorg in Nederland ter beschikking gesteld. In vervolg hierop hebben Ben en Anneke samen met ActiZ Kenniscafés georganiseerd waarbij op een laagdrempelige manier kennis en ervaringen over de uiteenlopende thema's binnen de zorg met verschillende stakeholders worden uitgewisseld. Anneke gebruikt het materiaal van het onderzoek bij Brabantzorg momenteel als basis voor het schrijven van haar proefschrift.In 2013 is Ben, samen met Marjolijn Staal en Paula Veltink van de HU, het project Ondernemend werknemerschap in de ouderenzorg gestart. Dit project wordt uitgevoerd in opdracht van de cao-partijen in de VVT-sector. Het doel van dit project is om te experimenteren met nieuwe arbeidsrelaties in de ouderenzorg, die voor de medewerkers aan de ene kant de flexibiliteit bieden van het zelfstandig ondernemerschap, en aan de andere kant de zekerheid van een vast dienstverband. Het project wordt samen met het onderzoeksinstituut ReflecT van de Universiteit van Tilburg uitgevoerd.Dit jaar heeft Ben veel energie gestopt in de voorbereiding van een RAAK PRO-aanvraag over de decentralisatie van overheidstaken op het gebied van zorg, welzijn, jeugd en arbeid. Dat was een problematiek die hem als organisatiekundige enorm boeide. Ben pakte zulke zaken grondig aan. Hij verzamelde en las alle documenten die hij hierover kon vinden. Tevens organiseerde hij een proeftuin in de gemeente Dalfsen, waar wij vanuit de HU de invoering van een sociaal wijkteam hebben gevolgd en geëvalueerd. Tegelijkertijd benaderde hij allerlei personen in Brabant die betrokken waren bij de pilot rond gebiedsgerichte financiering van de zorg. Ten slotte zijn er vier diners pensant georganiseerd met professionals uit de praktijk en vertegenwoordigers van gemeenten uit de Utrechtse regio.De veelzijdigheid van Ben en zijn interesse voor de HRM-problematiek blijkt ook uit zijn artikel in dit nummer van het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken. Samen met Maaike Keesen en Jos Janssen van de HU heeft hij de actuele ontwikkelingen in de functie en het beroep van de afgestudeerde HBO-jurist in beeld gebracht (zie de bijdrage in dit nummer).Met zijn overlijden verliezen wij in Ben Fruytier een gedreven en stimulerende wetenschapper die op het terrein van HRM-beleid en de organisatiewetenschappen steeds met nieuwe inzichten kwam. Hij wist daarbij wetenschap en praktijk op adequate wijze met elkaar te verbinden. Daarmee heeft hij een grote impact gehad op de HRM-praktijk in Nederland.
APA, Harvard, Vancouver, ISO, and other styles
15

Klenstra, Natascha. "Morele vorming en filosofie opnieuw met elkaar verbinden1 Reconnecting moral education and philosophy." Tydskrif vir Geesteswetenskappe 61, no. 4-2 (2021). http://dx.doi.org/10.17159/2224-7912/2021/v61n4-2a5.

Full text
Abstract:
OPSOMMING Studenten van de Universiteit van Tilburg onderscheiden zich van die van andere universiteiten doordat er in hun opleiding veel aandacht wordt besteed aan karaktervorming. Op welke manier kunnen docenten Studenten helpen om hun karakter te vormen? Kern van mijn betoog is dat morele vorming hierbij een belangrijke rol speelt en dat filosofiedocenten bij uitstek ertoe doen om de morele vorming plaats te laten vinden. Morele vorming en filosofie worden door mij opnieuw met elkaar verbonden, in de zin dat een verbinding via de empirie wordt gemaakt. Ik zal voortbouwend op Martha Nussbaum morele vorming plaatsen in een context van verschillende manieren van ethiek leren; de pedagogische taak van de docent schetsen; voortbouwend op John Dewey en Hannah Arendt empirisch onderzochte kenmerken geven van effectieve filosofielessen; en voortbouwend op Pierre Hadot het goede als oefening die het karakter vormt voorstellen. Zo kunnen we, ondersteund door onderzoek uit faculteiten waar karaktervorming tot de kern behoort, filosofie en theologie, werken aan de morele vorming van studenten. Niet alleen studenten en hun docenten zullen hiervan profiteren, maar ook de gemeenschap rond de studenten (bijvoorbeeld leeftijdgenoten en familie) en hun beroepspraktijken (pastoraat, justitie, defensie, geestelijke verzorging en onderwijs). Trefwoorden: debat, dialogeren, discussie, effectieve filosofielessen, empirisch onderzoek, ethiek, ethiek leren, ethiekonderwijs, filosoferen, filosofie, filosofiedocent, karaktervorming, moreel handelen, morele vorming, oefening, onderwijs, oordelen, praktische wijsheid, reflecteren, theologie ABSTRACT Tilburg University in The Netherlands is distinct from other Dutch universities because it is intent on character formation as an educational goal and offers general philosophy classes to support such character formation. However, these courses focus more on theoretical knowledge than on actual practical competencies and actions. Both these components can be seen as "moral education". My core argument is that moral education should be taught in philosophy classes and my aim is to offer tools as to how to teach both components. In section 2, building on Martha Nussbaum, I will place moral education in a context of different ways of learning ethics. There is more than one way of learning ethics, in which an ordering can be seen from theory to practice. Learning ethics ranges from cognitive learning, through reflection and through judgments, to moral action and moral education: - learning ethics as knowledge-oriented - learning ethics as reflection-oriented - learning ethics as moral judgement-oriented - learning ethics as competence/action-oriented. The latter ways of learning ethics receive less attention in education and these are precisely the ways Nussbaum focuses on. I will argue that moral education has two components: a cognitive and skills component, and an attitude component. For the cognitive and skills component, we discuss the task of the philosophy teacher as well as characteristics of effective philosophy lessons derived from empirical research. Thus, I reconnect moral education and philosophy. Reconnect, in the sense that here I make a (new) connection via empiricism. In section 3, I will outline the teacher'spedagogical task. Teaching scaffolds are important in guiding students through the learning process. Feedback involves the direct evaluation of students' behaviour, whereas hints entail providing clues regarding a given topic (and the deliberate withholding of a complete solution); instructing encompasses requesting a specific action or supplying information so that students understand what to do and how. Likewise, explaining involves providing information concerning how and why. Modelling encompasses demonstrating a behaviour for the purpose of imitation; questioning entails prompting students to think, or to request a specific reaction. In research on the above guiding skills, it has been found within religious and worldview lessons (where moral education also takes place) that in addition to the aforementioned scaffolds, the specific contribution of an effective teacher is to show understanding, give space, and listen. In doing so, it is ensured that learners can form their own opinions. To do this, students will need to be encouraged to think. Of course, moral education does not aim to realise, let alone impose, a unitary view in students, because moral action is always partly dependent on the individual situation and the social context. In section 4, building on John Dewey and Hannah Arendt, I will provide characteristics of effective philosophy lessons derived from empirical research. In How we think, Dewey explains what he means by the thinking that he believes should be trained in education. He defines reflective thought as "active, persistent and careful consideration of any belief or supposed form of knowledge in the light of the grounds that support it, and the further conclusions to which it tends". This kind of thinking corresponds to the notion of producing criticism and reflecting in my own research on doing philosophy effectively. There I argue that doing philosophy occurs in phases during a lesson. To qualify such a moment, we propose the Pearl Model. Pearls have different layers and these layers of pearls represent five philosophical activities: rationalising, analysing, testing, producing criticism, and reflecting. These activities are ordered hierarchically and conditionally. This indicates, for example, that while rationalising exists at a lower level than reflecting, reaching the level of reflection assumes that rationalising also has taken place. Therefore, the higher the level that a pearl reaches and the more layers have been achieved, the more thorough the philosophical understanding, and the more effectiveness of doing philosophy are acknowledged. Metaphorically, a pearl "shines" if the level of reflection has been reached while doing philosophy. A quantitative correspondence analysis yielded a scale that contrasts more from less effective lessons. In particular, we have found students to produce a higher level of doing philosophy with teachers who chose to organize a philosophical discussion with shared guidance, i.e. guidance by the teacher and the students. Here we find the answer to Arendt's initial question whether the activity of thinking could be the condition that makes men abstain from evil-doing: from this thinking, and dialogue, conscience and the ability to judge are effected. Earlier in this paper I indicated that learning ethics ranges from learning ethics as knowledge-oriented, through learning ethics as reflection-oriented and through learning ethics as moral judgment-oriented, to learning ethics as competence/action-oriented. I arrive at the following position here: doing philosophy effectively can be classified as learning ethics as moral judgement-oriented. This is the first component of moral education, focusing on cognition and skills. In section 5, building on Pierre Hadot, I will propose the good as exercise that shapes character: doing good can be classified as learning ethics as competence/action-oriented. This is the second component of moral education, focusing on attitudes. This brings us to another dimension of philosophy, which has to do with the question whether philosophy is something theoretical or rather an attitude. Hadot shows that while Aristotle makes a distinction between theoretical and practical wisdom, this certainly does not imply a separation between the two. That is to say, theoretical wisdom is not completely separated from human life; similarly, practical wisdom is not merely and solely an application of theoretical insights to practice. Moral action and philosophy thus require action in addition to thought: an amalgamation of knowledge, insight, skills, and attitudes. In conclusion, I offer some tools that enable learning ethics in different ways. Supported by research from faculties where character formation is core business, philosophy and theology, we can work on the moral education of students. Not only will students and their teachers benefit, but also the community around the students (e.g., peers and family) and their professional practices (pastoral care, justice, defense, spiritual care, and education) will share in such achievement. Keywords: debate, dialogue, discussion, effective philosophy lessons, empirical research, ethics, learning ethics, ethics education, doing philosophy, philosophy, philosophy teacher, character building, character formation, moral action, moral education, exercise, education, judging, practical wisdom, reflecting, theology
APA, Harvard, Vancouver, ISO, and other styles
16

Sara De Vuyst, Dr. "Traditionele en nieuwe genderbreuklijnen in een snel veranderend journalistiek landschapDit manuscript is gebaseerd op het proefschrift van Sara De Vuyst, getiteld Hacking gender in journalism. A multi-method study on gender issues in the rapidly changing and digitalised field of news production, en is geschreven naar aanleiding van het winnen van The Flemish Award for Outstanding Doctoral Research in Communication Sciences, uitgereikt door NeFCA op het Etmaal van de Communicatiewetenschappen 2017 in Tilburg. Sara De Vuyst doctoreerde aan de vakgroep Communicatiewetenschappen van de Universiteit Gent en deed onderzoek onder begeleiding van prof. dr. Karin Raeymaeckers en prof. dr. Sofie Van Bauwel." Tijdschrift voor Communicatiewetenschap 45, no. 3 (September 1, 2017). http://dx.doi.org/10.5117/2017.045.003.002.

Full text
Abstract:
Samenvatting Dit artikel onderzoekt het journalistieke veld vanuit een genderperspectief. Aan de hand van surveyonderzoek en diepte-interviews wordt een antwoord geformuleerd op drie onderzoeksvragen: (1) In welke mate wordt de Belgische journalistiek gekenmerkt door traditionele genderbreuklijnen? (2) In welke mate zijn traditionele genderbreuklijnen geëvolueerd in een snel veranderde Vlaamse journalistieke werkomgeving? (3) In welke mate heeft digitalisering gezorgd voor het ontstaan van nieuwe genderbreuklijnen?
APA, Harvard, Vancouver, ISO, and other styles
17

Benders, Jos. "Publiceren over de taalgrens." Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 25, no. 4 (December 1, 2009). http://dx.doi.org/10.5117/2009.025.004.010.

Full text
Abstract:
De voertaal van het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken (TvA) is Nederlands. Ten tijde van het verschijnen van de eerste TvA was dat nog 'normaal', dat wil zeggen: voor sociale wetenschappers was publiceren in de moedertaal gebruikelijk. Inmiddels is dat drastisch veranderd, althans voor veel academici aan Nederlandse universiteiten. Onder aanvoering van de (Tilburgse) economen werd meer en meer aandacht gehecht aan journal-publicaties. In eerste instantie telde ieder Engelstalig blad wel, later ging het steeds meer richting ISI-publicaties en nog later kwam de factor impact centraal te staan. Inmiddels luidt de boodschap van het onderzoeksmanagement aan veel faculteiten dat het 'top' moet zijn: men dient te publiceren in de bladen in de top tien of zelfs top vijf. TvA telt in ieder geval niet meer, laat staan publiceren in Nederlandstalige boeken. Wat moeten we daar nu van vinden?
APA, Harvard, Vancouver, ISO, and other styles
We offer discounts on all premium plans for authors whose works are included in thematic literature selections. Contact us to get a unique promo code!

To the bibliography